Inhoudsopgave
Advertenties
DE MOTOR BEDIENEN
OPWARMEN
!
WAARSCHUWING
Om persoonlijk letsel of dood te vermijden:
•
Zorg dat de handrem is aangetrokken tijdens het
opwarmen.
•
Zorg dat alle versnellingshendels in de stand
"NEUTRAAL" zijn.
Laat de motor gedurende 5 minuten na het opstarten,
opwarmen zonder belasting toe te passen. Hier door kan
de olie elk motoronderdeel bereiken. Als aan de motor,
zonder deze opwarmingsperiode, belasting zou worden
toegepast, kunnen problemen optreden zoals vastlopen
van de motor, breuk of vroegtijdige slijtage.
•
Warm
transmissieolie
omgevingstemperatuur
Hydraulische olie dient als transmissieolie. Bij koud
weer zal de olie koud zijn, waardoor de olieviscositeit zal
toenemen. Dit kan gedurende enige tijd na het opstarten
van de motor, vertraagde oliecirculatie of abnormale
lage hydraulische druk veroorzaken. Dit kan vervolgens
resulteren in problemen in het hydraulische systeem.
Bekijk de volgende instructies om het bovenstaande te
voorkomen: Warm de motor op tot 50% van de nominale
tpm, volgens de onderstaande tabel:
Omgevingstemperatuur
Boven 0 °C (32 °F)
0 tot -10 °C (32 tot 14 °F)
-10 tot -20°C (14 tot -4°F)
Onder -20°C (-4°F)
BELANGRIJK:
•
Bestuur de tractor niet onder volle lastconditie totdat
deze voldoende is opgewarmd.
MET KABELS STARTEN
WAARSCHUWING
!
Om persoonlijk letsel of dood te vermijden;
•
Accugassen kunnen exploderen. Hou sigaretten,
vonken en vlammen uit de buurt van de accu.
•
De motor niet met startkabels starten als de accu
van de tractor is bevroren.
•
Sluit het andere uiteinde van de negatieve (-)
startkabel niet aan op de negatieve (-) klem op de
accu van de tractor.
op
bij
lage
Vereiste voor
Ten minste 5
5 tot 10 minuten
10 tot 15 minuten
Langer dan 15 minuten
Volg de onderstaande instructies tijdens het starten
van de motor met startkabels, om de motor veilig te
starten.
1. Breng het helpende voertuig met een accu met
dezelfde spanning als de uitgevallen tractor binnen
gemakkelijk bereik voor de kabel. "DE VOERTUIGEN
MOGEN NIET ELKAAR AANRAKEN".
2. Trek bij beide voertuigen de handremmen aan en
plaats de versnellingshendels in neutraalstand. Zet
beide motoren af.
3. Draag oogbescherming en rubberen handschoenen.
4. Bevestig de rode klem op de positieve (rode, (+) of
pos) klem van de lege accu en bevestig het andere
uiteinde van dezelfde kabel op de positieve (rode,
(+) of pos) klem van de noodaccu.
5. Klem de andere kabel op de negatieve (zwart, (-) of
neg.) klem van de noodaccu.
6. Klem het andere uiteinde zover mogelijk van de
lege accu vandaan, op het motorblok of frame van
de uitgeschakelde tractor.
7. Start het helpende voertuig en laat de motor ervan
enkele minuten draaien. Start de uitgeschakelde
tractor.
8. Verwijder de startkabels in omgekeerde volgorde
van toen u ze bevestigde. (Stappen 6,5 en 4).
Verbinden
(1) Lege accu
(2) Startkabels
(3) Noodaccu
BELANGRIJK:
•
Deze machine heeft een negatief (-) startsysteem
met aarding van 12 volt.
•
Gebruik voor starten met startkabels dezelfde
spanning.
•
Gebruik van een hogere spanningsbron op het
elektrische systeem van de tractor kan resulteren in
ernstige schade aan het elektrische tractorsysteem.
Gebruik bij het starten met startkabels van een
lege accuconditie alleen een overeenkomende
spanningsbron.
21
Advertenties
Inhoudsopgave
