INLAATKLEP 1 / 2
Als de buitentemperatuur stijgt boven de ingestelde temperatuur wordt de maximum alarmgrens gecorrigeerd,
zie temperatuur-compensatie pagina 62.
Let op!
Een inlaatklep die regelt op basis van de afdelingsventilatie heeft geen eigen alarm instellingen.
Inlaatklep 2 wordt op dezelfde wijze ingesteld als inlaatklep 1.
INLAATVERWARMING
VLOERVERWARMING
NESTVERWARMING
Als de buitentemperatuur stijgt
boven de ingestelde temperatuur
wordt de maximum alarmgrens
gecorrigeerd, zie
temperatuurcompensatie pagina 62.
Infraroodverwarming
Bij een infraroodverwarming vindt de warmteoverdracht plaats door middel van straling. Daarom wordt bij
infraroodverwarming de warmte primair afgegeven aan de dieren en secundair aan de lucht in de afdeling.
In een koude ruimte van bijvoorbeeld 15°C zal, zodra de infraroodverwarming aangezet wordt, de
stralingsintensiteit maximaal zijn. Terwijl de afdelingstemperatuur geleidelijk toeneemt, zal de
stralingsintensiteit geleidelijk afnemen. Na een tijdje heeft de lucht in de ruimte een temperatuur van
bijvoorbeeld 18°C. Nu blijven zowel de luchttemperatuur als de stralingsintensiteit constant. Dit betekent, dat
zich een evenwicht heeft ingesteld waarbij beide verwarmingsmechanismen gecombineerd voor een behaaglijk
klimaat zorgen.
Pagina 33 van 63