INLAATKLEP 1 / 2
Regelen op basis van:
De ingestelde temperatuur
Als een temperatuur van +10,0ºC of hoger wordt ingesteld dan regelt de inlaatklep op basis van de ingestelde
temperatuur, zie ook pagina 49. De instelling is dan een absolute temperatuur instelling. Als een temperatuur
onder de 10,0ºC wordt ingesteld dan regelt de inlaatklep op basis van de ingestelde afdelingstemperatuur, zie
ook pagina 49. De instelling is dan relatief t.o.v. de ingestelde afdelingstemperatuur.
Zorg dat de inlaatklep voldoende groot is. Als de ventilators hard draaien moet er evenveel lucht de afdeling in
kunnen komen als er uit gaat. Bij een onvoldoende luchtinlaat wordt er niet zoveel lucht ververst als dat u aan
de hand van de klimaatregelaar zou denken. Bovendien zorgen een te kleine luchtinlaten voor hoge
luchtsnelheden met alle gevolgen van dien. Een duidelijke aanwijzing voor een onvoldoende luchtinlaat ten
opzicht van de ventilatorcapaciteit is de afdelingsdeur die zichzelf "dicht zuigt", er heerst te veel onderdruk in de
afdeling
Regelen op basis van:
De afdelingsventilatie
De inlaatklep regelt op basis van de
berekende afdelingsventilatie, zie
ook pagina 49.
Zodra de afdelingsventilatie de berekende instelling overschrijdt, zal de inlaatklep op basis van temperatuur
volgens de ingestelde bandbreedte openen.
Voorbeeld
Ingestelde afdelingstemperatuur
Temperatuurinstelling inlaatklep
Bandbreedte
Minimale klepopening
Maximale klepopening
Minimale en maximale klepopening
U kunt, indien gewenst, de minimale en maximale klepstand begrenzen door de waarden achter de minimale,
respectievelijk maximale klepopening te wijzigen.
Momentele klepopening
Op deze regel wordt de actuele klep positie weergegeven.
Momentele druk
De momentele waarop de inlaatklep regelt wordt op deze regel weergegeven.
De afdelingstemperatuur
Drukverschil
De inlaatklep regelt op basis van de
verschildruk.
18,0ºC
De inlaatklep blijft op de ingestelde minimum stand van 15%
+3.0ºC
staan totdat de afdelingstemperatuur boven de 21ºC (18ºC +
3,0ºC) stijgt.
4.0ºC
De inlaatklep zal geheel geopend zijn als de
15%
afdelingstemperatuur 25ºC of hoger is (18ºC + 3ºC + 4ºC).
100%
*
*
Wanneer de uitgangskarakteristiek
actief is wordt achter de momentele
klepopening ook de gecorrigeerde
klepopening weergegeven.
Pagina 19 van 63