AFDELING
VENTILATIE
AFDELINGSVENTILATIE
Het is vooral belangrijk te voorkomen dat koude lucht teveel en te plots wordt binnengetrokken. De
afdelingstemperatuur en de bandbreedte dienen daarom correct te worden ingesteld.
Ten gevolge van de compensaties
kan de berekende waarde afwijken
van de ingestelde waarde.
Afdelingstemperatuur
De temperatuur waarop de afdelingsventilatie regelt wordt ook wel de afdelingstemperatuur genoemd. De
gewenste afdelingstemperatuur hangt van verschillende factoren af.
Bandbreedte
De bandbreedte bepaalt de 'gevoeligheid' van de regeling. Met een korte bandbreedte reageert de regeling zeer
snel op een temperatuurstijging. Een bandbreedte van 4 à 7 °C, afhankelijk van de buitentemperatuur, is
daarom te adviseren (zie ook automatische bandbreedte compensatie pagina 60).
Minimum en maximum ventilatie
Indien compensatie op bezettingsgraad geïnstalleerd is, wordt de minimum en/of maximum ventilatie aangepast
aan het aantal dieren in de afdeling.
Momentele temperatuur
Op deze regel wordt de momentele afdelingstemperatuur weergegeven.
Momentele ventilatie
Indien de afdelingsventilatie m.b.v. een meetventilator wordt geregeld, staat op deze regel de gemeten en de
berekende ventilatie. Beschikt de afdeling niet over een meetventilator of indien de meetventilator defect is
dan is de berekende ventilatie gelijk aan de "gemeten" ventilatie (bij een stappenregeling wordt de ventilatie
ieder 30 seconden aangepast, i.p.v. direct).
Capaciteit
Hier staat de berekende ventilatie uitgedrukt in m
ventilatiecapaciteit per dier in m
Pagina 12 van 63
Als een meetventilator geïnstalleerd
is wordt hier de gemeten ventilatie
weergegeven.
3
/u. Op de regel daaronder staat de berekende
3
/u weergegeven mits de optie bezettingsgraad geactiveerd is.
Een diafragmaklep met
meetventilator wordt ook wel een
AQC-klep genoemd. Als een AQC-
klep in de afdeling geïnstalleerd is
wordt bij die afdeling de menukeuze
"Diafragmaklep" geblokkeerd
("-----------").