Gebruikershandleiding
Opmerking:
❏ Specifieke beltoondiensten, die door veel telecombedrijven worden aangeboden (dienstnaam verschilt per bedrijf),
bieden de mogelijkheid om meerdere telefoonnummers op één lijn te hebben. Elk nummer krijgt dan een specifieke
beltoon toegewezen. U kunt dan een nummer gebruiken voor telefoongesprekken en een ander nummer voor faxen.
Selecteer de beltoon voor faxen in DRD.
❏ Afhankelijk van de regio worden Aan en Uit weergegeven als de opties DRD. Selecteer Aan om specifieke beltonen
te gebruiken.
8. Op het scherm Inst.ontvangstmodus selecteert u of u een telefoontoestel gebruikt dat op de printer
aangesloten is.
❏ Wanneer verbinding bestaat: tik op Ja en ga naar de volgende stap.
❏ Wanneer geen verbinding bestaat: tikt op Nee en ga verder naar stap 10. Ontvangstmodus is ingesteld op
Auto.
9. Op het scherm Inst.ontvangstmodus selecteert u of u faxberichten automatisch wenst te ontvangen.
❏ Wanneer u automatisch wilt ontvangen: tik op Ja. Ontvangstmodus is ingesteld op Auto.
❏ Wanneer u handmatig wilt ontvangen: tik op Nee. Ontvangstmodus is ingesteld op Handmatig.
10. Controleer op het scherm Doorg. de instellingen die u hebt geconfigureerd en tik vervolgens op Doorg..
Tik op
om de instellingen te corrigeren of wijzigen.
11. Tik op Controle starten om de faxverbindingscontrole uit te voeren. Wanneer u via een bericht op het scherm
wordt gevraagd om het controleresultaat af te drukken, tikt u op Afdrukken starten.
Een rapport met de resultaten van de verbindingscontrole wordt afgedrukt.
Opmerking:
❏ Als er fouten gemeld worden, volg dan de instructies op het rapport om ze te corrigeren.
❏ Indien het scherm Lijntype kiezen weergegeven wordt, selecteer dan het lijntype.
- Als u de printer aansluit op een PBX-telefoonsysteem of terminaladapter selecteert u PBX.
- Wanneer u de printer aansluit op een standaard telefoonlijn (PSTN), selecteert u Uitschakelen op het scherm
Bevestiging dat wordt weergegeven. Maar als deze instelling opgeslagen wordt als Uitschakelen wordt het eerste
cijfer van een faxnummer mogelijk overgeslagen waardoor het bericht naar een foutief nummer verzonden wordt.
Gerelateerde informatie
"De printer aansluiten op een telefoonlijn" op pagina 58
&
"De instelling Ontvangstmodus" op pagina 74
&
"Instellingen configureren voor een PBX-telefoonsysteem" op pagina 63
&
"Menuopties voor Faxinstellingen" op pagina 110
&
Basisinstellingen voor faxberichten afzonderlijk configureren
U kunt de faxinstellingen configureren zonder gebruik te maken van de wizard, door elke instelling afzonderlijk te
configureren. De instellingen die d.m.v. de wizard geconfigureerd zijn, kunt u ook wijzigen. Voor meer details,
raadpleeg de lijst met menu's in de faxinstellingen.
Gerelateerde informatie
"Menuopties voor Faxinstellingen" op pagina 110
&
Faxen
62