Gebruikershandleiding
❏ Doorsturen
U kunt instellen om ontvangen documenten door te sturen naar een ander faxapparaat of de
documenten naar PDF converteren en doorsturen naar een gedeelde map op een netwerk of naar
een e-mailadres.Doorgestuurde documenten worden uit de printer verwijderd.Registreer eerst de
doorstuurbestemmingen op de lijst met contacten.Om een e-mailadres door te sturen, moet u ook
de instellingen van de e-mailserver configureren.
❏ Afdrukken
Selecteer of u wel of niet wilt afdrukken.
E-mailmeldingen:
Hiermee verzendt u een e-mailmelding wanneer het ontvangen, afdrukken, opslaan naar een
opslagapparaat of doorsturen van faxen is voltooid.
Rapport transmissie:
- Bij fout afdrukken: hiermee drukt u alleen een rapport af als er een fout optreedt.
- Afdrukken: hiermee drukt u automatisch een transmissierapport af nadat u een fax hebt verzonden.
- Niet afdrukken: hiermee voorkomt u dat automatisch een transmissierapport wordt afgedrukt.
Algemene instellingen
Instellingen Postvak IN:
❏ Opties wanneer het geheugen vol is
Selecteer de bewerking die moet worden uitgevoerd wanneer het Postvak IN vol is. Selecteer Faxen
ontvangen en afdrukken om alle ontvangen documenten af te drukken die niet in het Postvak IN
kunnen worden opgeslagen. Selecteer Binnenkomende faxen weigeren om inkomende faxen te
weigeren.
❏ Inst. wachtwoord postvak
Het wachtwoord beveiligt het Postvak IN om het weergeven van ontvangen faxen door gebruikers te
beperken. Selecteer Wijzigen om het wachtwoord te wijzigen en selecteer Resetten om de
beveiliging te annuleren. Als u het wachtwoord wilt wijzigen of opnieuw wilt instellen, hebt u het
actuele wachtwoord nodig.
Instellingen doorsturen:
Als u het faxbericht als e-mail doorstuurt, kunt u een onderwerp invoeren.
(Menu)
Lijst voorw. opslaan/ doorsturen afdrukken
Tik op
rechtsboven in het scherm. Hiermee drukt u de lijst Op basis van voorwaarden opslaan/
doorsturen.
Faxen
115