Gebruikershandleiding
A
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
B
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
C
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen configureert. Wanneer u de
printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
D
Selecteer wat u wilt afdrukken zoals foto's, documenten en webpagina's.
E
Geeft het scherm weer om printerinstellingen te configureren zoals het papierformaat en -type.
F
Geeft het papierformaat weer. Wanneer dit wordt weergegeven als knop, kunt u daarop drukken om de
papierinstellingen weer te geven die op de printer zijn ingesteld.
G
Geeft de geselecteerde foto's en documenten weer.
H
Start het afdrukken.
Opmerking:
Als u vanuit het documentmenu wilt afdrukken met iPhone, iPad, en iPod touch op iOS, start u Epson iPrint na het
overbrengen van het document dat u wilt afdrukken wanneer u wilt afdrukken met de functie voor het delen van bestanden
in iTunes.
Afdrukken door een smart device tegen de N-markering te houden
U kunt eenvoudig verbinding maken en afdrukken door met uw smart device de N-markering van de printer aan
te raken.
Tref de volgende voorbereidingen voordat u deze functie gebruikt.
❏ Schakel de NFC-functie in op uw smart-apparaat.
Alleen Android 4.0 of hoger ondersteunt NFC (Near Field Communication).
De locatie en de functies van NFC variëren afhankelijk van het smart device. Zie de documentatie die u bij uw
smart device hebt gekregen voor meer informatie.
❏ Installeer Epson iPrint op uw smart device.
Raak met uw smart device de N-markering van de printer aan om de toepassing te installeren.
❏ Schakel op de printer Wi-Fi Direct in.
Raadpleeg de Beheerdershandleiding.
1. Laad papier in de printer.
Afdrukken
194