Gebruikershandleiding
"JPEG-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat" op pagina 148
&
"PDF- of TIFF-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat" op pagina 149
&
Menuopties voor Netwerkinstellingen in Algemene instellingen
Wi-Fi instellen:
Configureer de instellingen voor de draadloze netwerkverbinding of wijzig deze. Kies uit de volgende
opties de gewenste verbindingsmethode en volg de instructies op het lcd-scherm.
❏ Router
❏ Wi-Fi Direct
Bekabelde LAN-installatie:
Stel een netwerkverbinding in die gebruikmaakt van een LAN-kabel en een router, of wijzig deze.
Wanneer deze functie wordt gebruikt, zijn Wi-Fi-verbindingen uitgeschakeld.
Netwerkstatus:
Hiermee worden de actuele netwerkinstellingen weergegeven of afgedrukt.
Controle van netwerkverbinding:
Hiermee controleert u de huidige netwerkverbinding en drukt u een rapport af. Als er problemen zijn
met de verbinding, kunt u het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.
Geavanceerd:
Geef de volgende gedetailleerde instellingen op.
❏ Apparaatnaam
❏ TCP/IP
❏ Proxy-server
❏ E-mailserver
❏ IPv6-adres
❏ MS netwerk delen
❏ NFC
❏ link Speed & Duplex
❏ HTTP omleiden naar HTTPS
❏ IPsec/IP-filter uitschakelen
❏ IEEE802.1X uitschakelen
Menuopties voor Webservice-instellingen in Algemene instellingen
Epson Connect-services:
Geeft aan of de printer geregistreerd en verbonden is met Epson Connect.
Als u zich wilt aanmelden bij de service, tikt u op Registreren en volgt u de instructies.
Wanneer u de printer hebt geregistreerd, kunt u de volgende instellingen wijzigen.
De printer voorbereiden
45