6.3 Vitale gegevens meten
Inleiding
50 •
/
seca mVSA 535
seca mBCA 525
➔
Inleiding
➔
Bloeddruk meten
➔
Temperatuur oraal/axillair meten (COVIDIEN
➔
Temperatuur rectaal meten (COVIDIEN
➔
Temperatuur in het oor meten (COVIDIEN
➔
Temperatuur handmatig invoeren
➔
Polsfrequentie aflezen
➔
Zuurstofsaturatie (SpO
➔
Meting beëindigen
➔
Anonieme meting aan een seca patiëntendossier toewijzen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor de patiënt, storing, schade van het apparaat
► Plaats het apparaat zodanig dat het niet op de patiënt kan vallen.
► Geleid de kabels en slangen van de meetaccessoires zodanig dat
de patiënt er niet in verstrikt kan raken.
► Het apparaat heeft geen alarmfunctie. Laat de patiënt tijdens een
meting nooit zonder toezicht.
► Sluit bij iedere meting slecht een patiënt aan op het apparaat.
De functie "Meting vitale gegevens" is na het inschakelen van het apparaat
beschikbaar. U kunt metingen zonder login en zonder patiëntidentificatie
uitvoeren.
Wanneer u de meting aan een patiëntendossier wilt toewijzen, adviseren wij
vóór de meting een patiëntendossier op te roepen ➔
of aan te maken ➔
oproepen
vooral wanneer herhalingsmetingen voor een patiënt waarschijnlijk zijn.
U kunt in een meting enkele of meerdere vitale parameters meten. De meting
start automatisch na het aanbrengen van de meetaccessoires aan de patiënt
(uitzondering: bloeddrukmeting en temperatuurmeting in het oor). De polsfre-
quentie wordt afhankelijk van de apparaatconfiguratie via de zuurstofsaturatie
of de bloeddruk bepaald.
Gewicht en lengte kunnen via compatibele seca meetapparaten worden
geregistreerd of handmatig worden ingevoerd: ➔
aanvullen.
TM
FILAC
TM
TM
FILAC
TM
GENIUS
) meten
2
seca patiëntendossier
aanmaken. Dit geldt
Gewicht en lengte
TM
3000, blauw)
3000 rood)
®
3)
seca patiëntendossier