2.4 Gebruikerskwalificatie
Beheer/netwerkaansluiting
Meetwerking
2.5 Contra-indicaties
10 •
/
seca mVSA 535
seca mBCA 525
➔
Beheer/netwerkaansluiting
➔
Meetwerking
Het apparaat mag uitsluitend door ervaren administrators of ziekenhuis-
technici worden ingesteld en in een netwerk worden geïntegreerd.
Het apparaat mag uitsluitend door personen met voldoende vakkennis
worden gebruikt.
Basiskennis van het meten van vitale parameters is geen onderwerp van
deze gebruiksaanwijzing.
De aansluiting van het apparaat op een informatiesysteem heeft effecten op
de meetprocedure en de bediening van het apparaat: ➔
ling aan een
informatiesysteem. Personen die het apparaat bedienen, moeten
over deze effecten worden geïnformeerd.
Het apparaat is niet bedoeld voor continue patiëntenbewaking.
Het apparaat is niet bedoeld voor patiëntenbewaking tijdens een transport
(bijv. in ambulance, helikopter) of een verplaatsing binnen een instituut.
Het apparaat is niet bedoeld voor de werking in de buurt van een
MRI-scanner of in een drukkamer.
De SpO
-meetfunctie van het apparaat is niet bedoeld voor de bewaking van
2
apneu, de detectie van hartritmestoornissen en voor het gebruik tijdens een
defibrillatie of elektrocauterisatie.
Dit apparaat is niet geschikt voor personen met de volgende kenmerken:
• Krampen
• Tremor
Bij personen met de volgende kenmerken mag
worden uitgevoerd:
• Elektronische implantaten, bijv. pacemaker
• Actieve prothesen
Bij personen die op een van de volgende apparaten zijn aangesloten, mag
bio-impedantiemeting worden uitgevoerd:
geen
• Levensbehoudende elektronische systemen, bijv. kunsthart, kunstlong
• Draagbare elektronische medische apparaten, bijv. ECG-apparatuur of
infuuspompen
Bij personen met de volgende kenmerken mogen bio-impedantiemetingen
uitsluitend na overleg met de behandelend arts worden uitgevoerd:
• Hartritmestoornissen
• Zwangerschap
Bediening bij koppe-
bio-impedantiemeting
geen