• Plaats de S-AIR-hoofdeenheid en S-AIR-
subeenheid niet in de buurt van andere
draadloze apparaten.
• Gebruik geen andere draadloze apparaten.
• Verander de instelling "RF Change"
(pagina 105).
• Verander de ID-instellingen van de
S-AIR-hoofdeenheid en S-AIR-
subeenheid.
• Schakel het systeem en de S-AIR-
subeenheid uit en schakel ze vervolgens
weer in.
• Controleer of de hoofdtelefoons niet zijn
aangesloten op de S-AIR-subeenheid.
Er is geen geluid of het geluid
verspringt.
• Als u een andere S-AIR-hoofdeenheid
gebruikt, plaats deze dan meer dan 8 meter
uit de buurt van deze S-AIR-
hoofdeenheid.
• Er kan zijn dat bronnen met een
auteursrechtelijke beveiliging niet op de
S-AIR-subeenheid kunnen worden
afgespeeld.
• Plaats de S-AIR-hoofdeenheid en S-AIR-
subeenheid dichter bij elkaar in de buurt.
• Voorkom het gebruik van apparatuur die
elektromagnetische energie genereren,
zoals een magnetron.
• Plaats de S-AIR-hoofdeenheid en S-AIR-
subeenheid niet in de buurt van andere
draadloze apparaten.
• Gebruik geen andere draadloze apparaten.
• Verander de instelling "RF Change"
(pagina 105).
• Verander de ID-instellingen van de S-AIR-
hoofdeenheid en S-AIR-subeenheid.
"HP NO LINK" en "VOL MIN"
verschijnen afwisselend op het display
en het volume van de receiver wordt op
het laagste niveau ingesteld.
• Het volume wordt op het laagste niveau
ingesteld als u de surroundversterker met
aangesloten hoofdtelefoons uitschakelt of
als de radio-ontvangst slecht is. Controleer
in dit geval de radio-ontvangst en pas het
volumeniveau aan om het geluid van de
hoofdtelefoons te herstellen.
NL
150
Tuner
De FM-ontvangst is slecht.
• Gebruik een coaxkabel van 75 ohm (niet
bijgeleverd) om de receiver aan te sluiten
op een FM-buitenantenne, zoals hieronder
wordt aangegeven. Als u de receiver op
een buitenantenne aansluit, moet u de
receiver aarden om deze te beschermen
tegen blikseminslag. Verbind de
aardingsdraad niet met een gasleiding om
een gasexplosie te voorkomen.
FM-buitenantenne
Receiver
Er kan niet worden afgestemd op
radiozenders.
• Controleer of de antennes goed zijn
aangesloten. Pas de antennes aan en sluit
eventueel een externe antenne aan.
• Houd de satellietradio-antenne uit de buurt
van de luidsprekerkabels en het netsnoer
om het opvangen van ruis te voorkomen.*
• Het signaal van de zenders is te zwak (bij
automatisch afstemmen). Stem handmatig
af.
• Controleer of het afsteminterval correct is
ingesteld (als u handmatig afstemt op AM-
zenders).
• Er zijn geen zenders ingesteld of de
voorkeurzenders zijn gewist (bij het
zoeken naar voorkeurzenders). Stel de
zenders in (pagina 66).
• Druk op de afstandsbediening op AMP en
dan herhaaldelijk op DISPLAY zodat de
frequentie op het display wordt
weergegeven.
Aardingsdraad
(niet
bijgeleverd)
Naar een aardingspunt