Structuur en functies van de machine
Machinaal borduren met zes
naalden
Uw machine heeft zes naalden, die elk zijn
ingeregen met een andere kleur draad. De
machine kan borduurpatronen borduren met
verschillende kleuren door automatisch de juiste
naald voor elke kleur te selecteren.
Het mechanisme dat de naalden op en neer
beweegt, wordt de naaldstang genoemd. De
naaldstangen worden genummerd van rechts naar
links: naaldstang 1, naaldstang 2, naaldstang 3,
naaldstang 4, naaldstang 5 en naaldstang 6.
1 Naaldstang 1
2 Naald 1
3 Naaldstanghouder
De machine wijst automatisch een draadkleur toe
aan elke naald. Er zijn twee manieren om de
draadkleuren toe te wijzen. De automatische
methode (standaardinstelling bij aanschaf): de
naalden die al zijn ingeregen met een kleur die in
het volgende patroon wordt gebruikt, worden
toegewezen aan dezelfde draadkleur op basis van
de naaldstangtoewijzingen van het vorige patroon.
Dit om het aantal draadkloswisselingen zo laag
mogelijk te houden.
Voor professioneler borduurwerk kunt u met de
functie Handmatige kleurvolgorde de
naaldstangtoewijzingen gemakkelijk handmatig
opgeven. Combinaties van garenkleur en
naaldstang kunt u handmatig selecteren om een
menu te maken zodat u de
naaldstangtoewijzingen kunt baseren op de
draadkleurnummers. (Zie "Draadkleuren
selecteren/beheren voor elke naaldstang
(Handmatige kleurvolgorde)" op pagina 108.)
Memo
• De volgorde van borduren verloopt niet
noodzakelijkerwijs volgens de nummering
van de naaldstangen.
De kleuren draad die aan de naaldstangen zijn
toegewezen, worden op het scherm weergegeven.
Rijg de naaldstangen in zoals aangegeven.
1 Illustratie van de ingeregen draden op de
naaldstangen.
De klospennen, draadspanningsknoppen,
draadophaalhendels en draadpaden die worden
genoemd bij het inrijgen van de bovendraad,
worden aangegeven op basis van het bijbehorende
naaldstangnummer.
1
7