Symptoom
Waarschijnlijke oorzaak/remedie
De bovendraad komt uit de naald wanneer de machine
begint te borduren.
Als een te kort stuk draad overblijft nadat de
draad is afgeknipt, kan het gebeuren dat de
draad uit de naald komt wanneer de machine
begint te borduren.
• Stel op de tweede pagina van het
instellingscherm de draadlengte in op "Grote
lengte".
De bovendraad haalt de onderdraad niet wanneer de
machine begint te borduren.
De spoel is leeg, de draad kan niet van de spoel
worden afgewonden of het uiteinde van de
onderdraad is te kort.
• Rijg de onderdraad opnieuw in.
De machine stopt en geeft aan dat een draad is gebroken,
terwijl dit niet het geval is.
Als de draadbreuksensor in de
draadspanningsschijf van de
draadspanningsknop geen draaddoorvoer
detecteert, zelfs al is de machine aan het
borduren, treedt er een draadbreukfout op en
stopt de machine. Wanneer de draad uit de
draadspanningsschijf is losgeraakt zonder dat
de draad is gebroken, dan detecteert de
machine dat er geen draaddoorvoer plaatsvindt
en stopt.
• Reinig de spanningsunit. Leid de draad
zorgvuldig door de draadspanningsschijf. Als
de machine daarna nog steeds aangeeft dat
de draad is gebroken, kan het zijn dat de
sensor is beschadigd. Raadpleeg de
dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer.
De draad is versleten.
Rond de draadspanningsschijf heeft zich stof of
pluis opgehoopt.
• Verwijder de spanningsknoppen en verwijder
stof en pluis dat zich heeft opgehoopt rond
de viltringen.
De springsteken zijn lang.
Rond de draadspanningsschijf heeft zich stof of
pluis opgehoopt.
• Verwijder de spanningsknoppen en verwijder
stof en pluis dat zich heeft opgehoopt rond
de viltringen.
Er zitten naaldscheuren of gaten in het kledingstuk.
De naald is bot.
• Vervang de naald. Botte naalden gaan
moeilijk door het kledingstuk zodat de stof
scheurt.
De stof is te teer.
• Als de naald door de stof gaat, kan dit bij tere
stof al tot beschadigingen leiden. Gebruik
een steunstof boven op de stof.
222
Symptoom
Pagina
Waarschijnlijke oorzaak/remedie
De stof is gaan plooien.
De draadspanning is te hoog.
• Stel de spanning af aan de hand van het type
stof en de gebruikte draad. Polyester draad
gaat uitrekken tijdens het borduren, met
p.185
name wanneer de spanning te hoog is
ingesteld. Wanneer het stikken is voltooid,
krijgt de draad weer de oorspronkelijke
sterkte waardoor de stof gaat plooien.
De spanning van de stof in het borduurraam is
niet juist.
• Span geweven stoffen die niet uitrekken strak
in het borduurraam. Als de stof los in het
p.33
borduurraam zit, gaat de stof onder de steken
plooien.
Span zachte gebreide stoffen strak in het
borduurraam met een stabiele onderlaag. Als
het kledingstuk te veel wordt uitgerekt, ziet
de stof er geplooid uit wanneer het
borduurraam wordt verwijderd.
De kolomsteken zijn te lang.
• Digitaliseer het ontwerp opnieuw met
vulsteken of met meerdere rijen kolomsteken.
De stof is gaan plooien.
p.52
De naald is bot.
p.213
• Botte naalden drukken de stof omlaag en
beschadigen het materiaal. Vervang de naald.
De dichtheid van het ontwerp is te hoog.
• Te veel steken in een gebied waar de stof
wordt uitgerekt, waardoor deze gaat plooien.
Verlaag de dichtheid van het ontwerp (5% tot
10%).
Het LCD-scherm is niet te lezen.
Het LCD-scherm is te helder of te donker.
• Pas de helderheid van het scherm aan.
Wanneer u dikke stof borduurt, kan de stof niet goed in de
p.213
ring worden gespannen.
De stof glijdt binnen het borduurraam vanwege
de dikte.
• Omwikkel het buitenraam met afdektape of
stofkruistape. De tape geeft enige weerstand
zodat de stof niet gemakkelijk glijdt.
p.213
VOORZICHTIG
• Deze machine is voorzien van een
p.30
draaddetectiemechanisme. Als er geen
p.79
bovendraad in de machine is ingeregen, werkt
de machine niet juist, zelfs niet wanneer u op
de "Start/Stop"-toets drukt nadat de machine
is ontgrendeld.
p.204
• Als de machine plotseling stopt:
• Zet de machine bij onweer uit en trek het
netsnoer uit het stopcontact.
• Start de machine opnieuw op volgens de
juiste procedure. Zie pagina 35.
Pagina
p.103
p.203
–
p.30
p.79
p.184
p.179
p.203