04 COMPONENTEN
P
L
AFB.19
De knoppen van het besturingselement hebben de volgende func-
ties:
Ondersteuning verhogen
Ondersteuning verlagen
Ondersteuningsmodus "Gaan"
(aandrijfhulp):
X
F
Y
→
Druk op knop X
(Afb. 19).
→
Druk op knop Y
(Afb. 19).
→
Druk in de modus "Uit"
op de knop Y.
→
Houd de knop Y
ingedrukt zolang u de
aandrijfhulp gebruikt.
Als u de knop loslaat,
wordt de aandrijfhulp
weer uitgeschakeld.
59
60
Menu-instellingen
Licht in-/ uitschakelen
Voeding in-/ uitschakelen
Weergaven en rijgegevens
Nauwkeurige informatie over de rijgegevens die op het
display kunnen worden weergegeven, vindt u in de
handleidingen van de componentenfabrikant. Deze
vindt u op ons downloadportaal (zie hoofdstuk 1.1.1
"Downloadportaal")
04 COMPONENTEN
→
Druk kort op de
knop F
→
Kies uit vier displaylay-
outs door herhaaldelijk
indrukken.
→
Druk lang op de knop F
→
Navigeer de cursor in
het menu door op knop
X en Y te drukken.
→
Druk op knop F om een
menuoptie te selecte-
ren.
→
Druk op knop L om het
licht in en uit te schake-
len.
→
Druk op knop P om de
aandrijving in en uit te
schakelen.
4.1.5