03 VOOR GEBRUIK
Bel monteren
→
Monteer de meegeleverde bel op de gewenste positie op
het stuur.
→
Monteer de bel zo, dat deze snel bereikt resp. bediend
kan worden zonder daarbij de hand van de greep te
nemen.
43
44
Voor de eerste rit
3.2.3
De muli Motor heeft door de constructie specifieke rijeigen-
schappen. Vooral qua gewicht en gewichtsverdeling verschilt de
muli Motor duidelijk van conventionele fietsen en van bakfietsen
zonder elektrische aandrijving.
→
Voer voor de eerste rit alle instellingen voor de betref-
fende fietser uit (zie hoofdstuk 3.3 "Voor de eerste rit").
→
Test het rijden met de muli Motor op een verkeersvrije,
rustige plek op verharde wegen en vlakke ondergrond.
Ook als u al andere fietsen of bakfietsen met een
vergelijkbare constructie hebt gereden.
Raadpleeg hiervoor de informatie over de
verschillende rijsituaties resp. componenten
(zie hoofdstuk 3.3.2 "muli Motor leren kennen").
muli Motor aan de fietser aanpassen
VOORZICHTIG! Gevaar voor vallen en letsel
Ongewone of onjuiste instellingen kunnen vallen en
letsel veroorzaken.
→
Pas de muli Motor altijd aan de betreffende fietser aan.
→
Voer na alle aanpassingen een functietest uit. Volg
hiervoor de instructies in de paragraaf "Voor elke rit".
Met de volgende instellingen past u de muli Motor aan u als fietser
aan:
stuurhoogte (zie hoofdstuk 4.3.1 "Stuurhoogte instellen"),
z
ithoogte (zie hoofdstuk 4.3.3 "Zithoogte instellen"),
zitbreedte (zie hoofdstuk 4.4.4 "Zitbreedte instellen"),
uitlijning van schakel- en remhendels (zie hoofdstuk 4.3.2
"Schakel- en remhendel op het stuur uitlijnen"),
remhendel-grijpbreedte (zie hoofdstuk 4.3.3 "Remhendel-
grijpbreedte instellen").
03 VOOR GEBRUIK
3.3
3.3.1