2. Plaats de monsters en monsterbuisjes in de rekken volgens de rekcode:
C: verbruiksmaterialen
l
P: BD moleculaire aliquotbuizen, BD Onclarity™ HPV buizen met verdunningsmiddel,
l
monsterbufferbuizen, buizen voor zelfverzameling
S: BD SurePath™ Collection Vials (monsterpotjes)
l
T: ThinPrep
l
4.6
Een monsterset starten
Controleer of het PX-instrument en de GX- en/of MX-instrumenten zijn Gestart.
l
Controleer of er voldoende voorraad verbruiksmaterialen beschikbaar is om een
l
monsterset te verwerken.
Eén monsterset op GX bestaat uit 30 patiëntmonsters, 1 positieve controle en
o
1 negatieve controle.
Eén monsterset op MX bestaat uit 24 monsters bij gebruik van een enkele Master Mix-
o
assay of 12 monsters bij gebruik van een dubbele Master Mix-assay.
Om de juiste verwerkingsvolgorde van het BD COR™ System te garanderen,
mogen de monsterbuisjes niet worden verplaatst nadat de verwerking is gestart.
®
®
PreservCyt
-oplossing
LET OP
4 - Bediening
39