5.7.5
Ontsmetting
Ontsmetting na het morsen van materialen, spetters of duidelijke besmetting, en voor het
vervoeren van de apparatuur uit het laboratorium.
BESCHOUW ALLE ORGANISMEN ALS MOGELIJK INFECTIEUS EN HANTEER
DEZE VOLGENS STANDAARD MICROBIOLOGISCHE PRAKTIJKEN, SPECIALE
DRAAG HANDSCHOENEN EN EEN LABORATORIUMJAS BIJ DE HANTERING
l
VAN MOGELIJK INFECTIEUS MATERIAAL OF BESMETTE APPARATUUR.
DRAAG ALLE ANDERE PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
VOLGENS HET PLAATSELIJK BELEID.
ONTSMET WERKOPPERVLAKKEN NA AFLOOP VAN HET WERK EN ALLE
l
GEMORSTE OF WEGGESPATTE MOGELIJK INFECTIEUZE MATERIALEN MET
EEN GESCHIKT DESINFECTIEMIDDEL.
ONTSMET ALLE KWEKEN, VOORRADEN EN ANDERE MOGELIJK
l
INFECTIEUZE MATERIALEN MET EEN EFFECTIEVE METHODE VOORDAT U
DEZE WEGGOOIT.
VOER ALLE PROCEDURES ZODANIG UIT DAT ZO WEINIG MOGELIJK
l
SPETTERS EN/OF AEROSOLEN ONTSTAAN.
LABORATORIUMAPPARATUUR MOET REGELMATIG WORDEN GEREINIGD
l
EN MOET NA HET MORSEN VAN MATERIALEN, SPETTERS OF ANDERE
MOGELIJKE BESMETTING WORDEN ONTSMET. GEMORSTE INFECTIEUZE
MATERIALEN MOETEN WORDEN BEPERKT, ONTSMET EN OPGERUIMD
DOOR PERSONEEL DAT DE JUISTE TRAINING HEEFT GEVOLGD EN
BESCHIKT OVER DE UITRUSTING VOOR HET WERKEN MET INFECTIEUZE
MATERIALEN.
APPARATUUR MOET WORDEN ONTSMET VOORAFGAAND AAN REPARATIE,
l
ONDERHOUD OF VERWIJDERING UIT HET LABORATORIUM.
VOER ALLE GEBRUIKTE REAGENTIA EN ANDERE BESMETTELIJKE
l
WEGWERPMATERIALEN AF VOLGENS DE PROCEDURES VOOR
BESMETTELIJK OF MOGELIJK INFECTIEUS AFVAL. HET IS DE
VERANTWOORDELIJKHEID VAN ELK LABORATORIUM OM VAST EN
VLOEIBAAR AFVAL TE HANTEREN IN OVEREENSTEMMING MET HUN AARD
EN GEVARENNIVEAU EN OM DEZE IN OVEREENSTEMMING MET ALLE
TOEPASSELIJKE VOORSCHRIFTEN TE BEHANDELEN EN AF TE VOEREN (OF
DEZE TE LATEN BEHANDELEN EN AFVOEREN).
*
Biosafety in Microbiological and Biomedical Laboratories, 6th Edition. 2020. U.S. Department of Health
and Human Service, Centers for Disease Control and Prevention and National Institutes of Health.
Raadpleeg Biosafety in Microbiological and Biomedical Laboratories op cdc.gov.
WAARSCHUWING
PRAKTIJKEN EN VEILIGHEIDSMAATREGELEN DIE VOOR
BIOVEILIGHEIDSNIVEAU 2 (BSL-2) WORDEN AANBEVOLEN.*
TOT BSL-2-PRAKTIJKEN BEHOREN ONDER ANDERE:
5 - Onderhoud
105