Gebruikershandleiding EverFlo/EverFlo Q
Waarschuwingen en aandachtspunten
Waarschuwingen
Een waarschuwing geeft risico op letsel voor de bediener of de patiënt aan.
•
Voor een goede werking van de concentrator is ongehinderde ventilatie ervan nodig. De beademingspoorten
bevinden zich in de achterste basis van het apparaat en bij het luchtinlaatfilter aan de zijkant. Houd het
apparaat op ten minste 15 tot 30 cm van muren, meubels en vooral gordijnen die een goede luchtstroom naar
het apparaat kunnen verhinderen. Zet de concentrator niet in een kleine, afgesloten ruimte (zoals een kast).
Het apparaat mag niet naast of gestapeld met andere apparatuur worden gebruikt, aangezien hierdoor de
werking kan worden aangetast. Neem voor meer informatie contact op met uw thuiszorgverlener.
•
Verwijder de kleppen van het apparaat niet. Onderhoud moet worden uitgevoerd door een thuiszorgverlener
die daartoe officieel gemachtigd en getraind is door Philips Respironics.
•
Als de apparatuur een alarmtoestand aangeeft of u ongemak voelt, raadpleegt u onmiddellijk uw
thuiszorgverlener en/of gezondheidsdeskundige.
•
Zuurstof geproduceerd door deze concentrator is bedoeld als aanvulling en is niet bedoeld voor
levensreddend of levensondersteunend gebruik. Onder bepaalde omstandigheden kan zuurstoftherapie
gevaarlijk zijn. Iedere gebruiker moet medisch advies vragen alvorens dit apparaat te gebruiken.
•
Wanneer de voorschrijvend gezondheidsdeskundige heeft bepaald dat onderbreking van de
zuurstofvoorziening om welke reden dan ook ernstige gevolgen voor de gebruiker kan hebben, dan dient een
alternatieve zuurstofbron voor onmiddellijk gebruik beschikbaar te zijn.
•
Zuurstof versnelt verbranding in hoge mate en moet uit de buurt van open vuur worden gehouden. Niet geschikt
voor gebruik bij aanwezigheid van een ontvlambaar anestheticamengsel in combinatie met zuurstof of stikstofoxide.
•
Door zuurstof kan een brand eenvoudiger ontstaan en zich uitbreiden. Laat de neuscanule of het masker niet
op de bedhoes of stoelkussens liggen als de zuurstofconcentrator is ingeschakeld maar niet wordt gebruikt;
door de zuurstof worden de materialen ontvlambaar. Schakel de zuurstofconcentrator uit wanneer deze niet
wordt gebruikt om zuurstofophoping te voorkomen.
•
Accessoires waarmee de patiënt wordt aangesloten op de zuurstofconcentrator, moeten compatibel zijn
met de vereisten van ISO 80601-2-69. De accessoires van de toepassing moeten een voorziening hebben
om de verspreiding van vuur te voorkomen, waaronder een brandstopvoorziening die brand stopt en de
zuurstofstroom naar de patiënt onderbreekt.
•
Rook niet, laat anderen niet roken en vermijd open vuur in de buurt van de concentrator wanneer deze in gebruik is.
Roken tijdens zuurstoftherapie is gevaarlijk en leidt waarschijnlijk tot brandwonden in het gezicht of dodelijk letsel.
•
Gebruik geen olie of vet op de concentrator of de componenten van de concentrator, omdat dergelijke stoffen
in combinatie met zuurstof tot een groot risico op brand en persoonlijk letsel leiden.
•
Gebruik de zuurstofconcentrator niet als de stekker of het netsnoer beschadigd is. Gebruik geen
verlengsnoeren of elektrische adapters.
•
Probeer niet de concentrator te reinigen wanneer deze is aangesloten op een stopcontact.
•
Gebruik van het hulpmiddel boven of buiten de gespecificeerde waarden voor voltage, stroomsnelheid,
temperatuur, vochtigheid en/of hoogte kunnen de zuurstofconcentratieniveaus verlagen.
•
Uw thuiszorgverlener is verantwoordelijk voor uitvoering van het juiste preventieve onderhoud met
inachtneming van de door de fabrikant van het apparaat aanbevolen intervallen.
•
Draagbare RF-communicatieapparatuur (met inbegrip van randapparatuur als antennekabels en externe
antennes) mag niet worden gebruikt binnen een afstand van minder dan 30 cm van enig onderdeel van
het apparaat, met inbegrip van door de fabrikant gespecificeerde kabels. Zie het gedeelte over EMC in deze
handleiding voor afstanden die tussen RF-communicatieapparatuur en het apparaat in acht moeten worden
genomen om interferentie te voorkomen.
•
Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van hoogfrequente chirurgische apparatuur en de voor
radiofrequentie afgeschermde ruimte van een medisch elektrisch MRI-systeem waar de intensiteit van
elektromagnetische storingen hoog is.
6