Installatievoorbeeld 1
De solarcircuitpomp R1 eE wordt vol-
gens de volgende criteria uitgescha-
keld:
■ Daling onder het uitschakel-tempera-
tuurverschil ΔTuit
■ Overschrijden van de elektronische
temperatuurbegrenzing (max. bij
90 °C) van de regeling eZ
■ Bereiken van de temperatuur die op de
veiligheidstemperatuurbegrenzer qW
(indien aanwezig) is ingesteld
Extra functie voor de tapwaterverwar-
ming
De eisen voor de extra functie worden
door de circulatiepomp R5 qT gereali-
seerd.
Onderdrukking van de naverwarming
van de warmwaterboiler door de ver-
warmingsketel
In de ketelcircuitregeling 2 wordt via
codeeradres „67" een 3e gewenste tap-
watertemperatuur ingesteld (instelbereik
10 tot 95 ºC). Deze waarde moet onder
de 1e gewenste tapwatertemperatuur
liggen. De warmwaterboiler qP wordt
pas door de verwarmingsketel1 ver-
warmd (solarcircuitpomp R1 eE loopt),
als deze gewenste waarde niet met de
solarinstallatie kan worden bereikt.
(vervolg)
Tapwaterverwarming zonder zonne-
energie
Het bovenste gedeelte van de warmwa-
terboiler qP wordt door de verwarmings-
ketel 1 verwarmd. De boilertempera-
tuurregeling met boilertemperatuursen-
sor 3 van de ketelcircuitregeling 2
schakelt de circulatiepomp voor de boi-
lerverwarming4.
Installatievoorbeelden
11