Functiebeschrijving
Intervalfunctie
■ Activering van deze functie in installa-
ties met ongunstig geplaatste collec-
tortemperatuursensor. Daarmee
wordt vertraging bij de registratie van
de collectortemperatuur voorkomen.
■ De solarcircuitpomp wordt in een
instelbare periode met interval gedu-
rende een bepaalde tijd ingeschakeld.
Toestand bij levering:
De solarcircuitpomp wordt in de peri-
ode van 7.00 ("Int-Aan") tot 19.00
("Int-Uit") uur elke 30 min ("Inter-
val") gedurende 30 s ("Int-looptijd")
ingeschakeld.
Van 19.00 tot 7.00 uur is de functie
niet actief.
Opmerking
Bij defecte collectortemperatuursensor
of bij het bereiken van de collector-uit-
schakeltemperatuur "Tcolnood" (zie
pagina 158) wordt de functie onder-
drukt.
De volgende instellingen op de solar-
regeling aanbrengen:
1. Hoofdmenu
■ "Solar"
■ "Opties"
– "Col-interv."
"Ja" instellen.
130
2. Hoofdmenu
■ "Solar"
■ "Expert"
– "Int-looptijd"
Looptijd van de solarcircuitpomp
volgens vastgelegd tijdsinterval
instellen.
– "Int-Aan"
Tijdstip voor het begin van de
functie instellen.
– "Int-Uit"
Tijdstip voor het einde van de
functie instellen.
3. Hoofdmenu
■ "Solar"
■ "Instelwaarden"
– "Interval"
Tijd tussen in- en uitschakelen
van de solarcircuitpomp instel-
len.