Advertenties
Installatievoorbeeld 4
De looptijd van de circulatiepomp R4
eT wordt ca. elke 30 min gedurende ca.
7 min. (waarden instelbaar) onderbroken
om te controleren of de temperatuur op
de collectortemperatuursensor S1 eQ
voldoende is om op verwarming van de
warmwaterboiler qP over te schakelen.
Als het temperatuurverschil tussen tem-
peratuursensor S3 tT en temperatuur-
sensor S4 tW groter is dan het inscha-
kel-temperatuurverschil ΔT5aan en
lager wordt dan de inschakel-tempera-
tuur Th2aan, wordt de circulatiepomp
voor de verwarming van het zwembad-
water R3 tE ingeschakeld. Bij een
lagere waarde dan het uitschakel-tem-
peratuurverschil ΔT5uit of bij het berei-
ken van de gewenste uitschakeltempe-
ratuur Th2uit wordt de pomp uitgescha-
keld.
Verwarming zwembadwater met ver-
warmingsketel:
(vervolg)
Als de zonne-energie onvoldoende is om
het zwembadwater te verwarmen, vindt
de verwarming plaats door de verwar-
mingsketel 1 via de temperatuursen-
sor S5 tU op de warmtewisselaar 2tZ.
De circulatiepomp R6 zP en de filter-
pomp tI worden bij daling onder de
inschakeltemperatuur Th3aan en de op
de schakelklok 2 geprogrammeerde tijd
ingeschakeld. Bij het bereiken van de
uitschakel-temperatuur Th3uit of over-
schrijden van de periode worden de
pompen uitgeschakeld.
Filtertijd en evt. naverwarming door de
verwarmingsketel 1:
■ buiten de tijden waarin verwarming
door zonne-energie te verwachten is
■ buiten de tijden waarin ruimteverwar-
ming en tapwaterverwarming gewenst
zijn
Installatievoorbeelden
29
Advertenties
