Functiebeschrijving
Boilerlading
(vervolg)
De volgende instellingen op de solar-
regeling aanbrengen:
1. Hoofdmenu
■ "Installatie"
■ "Opties"
– "Boilerlad"
"Ja" instellen.
2. Hoofdmenu
■ "Installatie"
■ "Expert"
– "Sen-Th3"
Toestand bij levering 5
Sensor instellen.
– "Sen-Th4"
Toestand bij levering 6
Sensor instellen.
Toerentalregeling
De toerentalregeling kan alleen voor de
uitgangen R1 tot en met R4 worden
geactiveerd.
Als voor pompen die op deze uitgangen
worden aangesloten de toerentalrege-
ling moet worden geactiveerd, mogen
deze geen eigen toerentalregeling heb-
ben. Getrapte pompen op de benodigde
trap instellen.
Opmerking
Bij gebruik van pompen met een eigen
toerentalregeling voor "Aanstu-
ring" "Aan/Uit" instellen.
Bij overschrijden van het inschakel-tem-
peratuurverschil "ΔTaan" voor de
betreffende pomp, wordt deze op het
minimumtoerental ingeschakeld.
142
3. Hoofdmenu
■ "Installatie"
■ "Instelwaarden"
– "Th3aan"
Toestand bij levering 40 °C
Waarde instellen.
– "Th3uit"
Toestand bij levering 45 °C
Waarde instellen.
Stijgt het temperatuurverschil
tot "ΔTgew" (temperatuurverschil voor
de toerentalregeling kan alleen voor de
collectorcircuits worden geactiveerd),
wordt het toerental bij elke verhoging de
waarde die bij "Stijging" (stijging) is
ingesteld met 10 % verhoogd.
Voorbeeld:
Toerentalregeling van de solarcircuit-
pomp op relais R1
60
50
40
30
20
10
0
0
2
4
6
8
Temperatuurverschil in K
10 12 14