Pagina 2
De informatie in deze documentatie kan beschikbaar. zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP-producten en - Voor de recentste informatie in de MINI diensten staan vermeld in de expliciete Gebruikershandleiding gaat u naar de...
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! Werk niet met het apparaat op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van het apparaat niet, om de kans op hittegerelateerde verwondingen of oververhitting van het apparaat te verkleinen. Gebruik het apparaat alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast het apparaat) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding).
Inhoudsopgave 1 Verschillende onderdelen Hardware herkennen ..........................1 Onderdelen aan de bovenkant .................... 1 Touchpad ......................1 Lampje ........................ 2 Toetsen ....................... 3 Onderdelen aan de voorkant ....................3 Onderdelen aan de rechterkant ................... 5 Onderdelen aan de linkerkant ....................5 Beeldschermonderdelen ......................
Pagina 6
Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken ........27 Schakelaar voor draadloze communicatie gebruiken ........27 HP Connection Manager software gebruiken ........... 27 HP Wireless Assistant software gebruiken (alleen bepaalde modellen) ... 27 Draadloos netwerk gebruiken .................... 28 Draadloos netwerk installeren ................29 Draadloos netwerk beveiligen ................
Pagina 7
USB-apparaat gebruiken ........................52 USB-apparaat aansluiten ....................52 USB-apparaat stopzetten en verwijderen ................53 HP Mobile Drive gebruiken (alleen bepaalde modellen) ..............54 HP Mini Mobile Drive plaatsen ................... 54 HP Mini Mobile Drive stopzetten en verwijderen ............... 54 8 Cursorbesturing en toetsenbord Voorkeuren voor cursorbesturingsapparaten instellen ...............
Pagina 8
Schakelen tussen beeldschermen (fn+f2) ............58 Helderheid van het scherm verlagen (fn+f3) ............. 58 Helderheid van het scherm verhogen (fn+f4) ............ 58 QuickLock activeren (fn+f6) ................58 Geluidsvolume in- en uitschakelen (fn+f8) ............59 Geluidsvolume verlagen (fn+f10) ..............59 Geluidsvolume verhogen (fn+f11) ..............59 9 Schijfeenheden Geïnstalleerde schijfeenheden herkennen ..................
Pagina 9
Menu Diagnostics (Diagnostische gegevens) ..............79 Index ................................... 80...
Verschillende onderdelen Hardware herkennen De onderdelen van het apparaat kunnen per land/regio en model verschillen. De afbeeldingen in dit hoofdstuk geven de standaardvoorzieningen van de meeste apparaatmodellen weer. U geeft als volgt een overzicht weer van de hardware die in het apparaat is geïnstalleerd: Selecteer Start >...
Touchpad* Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. Schuifzone van het touchpad Hiermee schuift u de weergave in het actieve venster op het beeldscherm omhoog of omlaag. Rechterknop van het touchpad* Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.
Toetsen Onderdeel Beschrijving Functietoetsen Druk op een van deze toetsen in combinatie met de fn-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. fn-toets Hiermee kunt u vaakgebruikte systeemfuncties uitvoeren wanneer u deze indrukt in combinatie met een functietoets. Windows®-logotoets Hiermee geeft u het menu Start van Windows weer. Windows-applicatietoets Hiermee opent u een snelmenu voor items waarbij de aanwijzer staat.
Pagina 14
Onderdeel Beschrijving Aan/uit-lampje ● Aan: het apparaat staat aan. ● Knipperend: het apparaat staat in de standbystand. ● Uit: het apparaat is uitgeschakeld. ● Aan/uit-schakelaar Als het apparaat is uitgeschakeld, verschuift u de schakelaar om het apparaat in te schakelen. ●...
Secure Digital-geheugenkaart (SD) USB-poort Hierop sluit u een optioneel USB-apparaat aan. HP Mobile Drive (alleen bepaalde modellen) Hierop sluit u een optionele HP Mini Mobile Drive aan. Connector voor beveiligingskabel Hiermee kunt u het apparaat aan een optionele beveiligingskabel bevestigen.
Pagina 16
Onderdeel Beschrijving Netvoedingsconnector Hierop sluit u een netvoedingsadapter aan. USB-poort Hierop sluit u een optioneel USB-apparaat aan. Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van het apparaat wordt automatisch gestart voor luchtkoeling van de interne onderdelen van het apparaat en om oververhitting te voorkomen.
Beeldschermonderdelen Onderdeel Beschrijving Interne beeldschermschakelaar Hiermee schakelt u het beeldscherm uit wanneer het apparaat wordt gesloten terwijl het is ingeschakeld. Luidsprekers (2) Hiermee wordt het geluid van het apparaat weergegeven. Interne microfoon Hiermee kunt u geluid registreren en opnemen. Webcam Hiermee legt u foto's en video's vast.
Onderdelen aan de onderkant Onderdeel Beschrijving Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. Accu-ontgrendelingen (2) Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte. Geheugenmodulecompartiment Bevat het slot voor de geheugenmodule. Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van het apparaat wordt automatisch gestart voor luchtkoeling van de interne onderdelen van het apparaat en om oververhitting te...
Antennes voor draadloze communicatie Onderdeel Beschrijving WLAN-antennes (2)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's (WLAN's, wireless local area networks). WWAN-antennes (2) (alleen bepaalde modellen) Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze WAN's (WWAN's, wireless wide area networks).
Aanvullende hardwareonderdelen Onderdeel Beschrijving Netsnoer* Hiermee kunt u een netvoedingsadapter aansluiten op een stopcontact. Netvoedingsadapter Hiermee wordt netvoeding omgezet in gelijkstroom. Accu* Hiermee kunt u het apparaat op accuvoeding laten werken als het apparaat niet is aangesloten op een externe voedingsbron. *Het uiterlijk van accu's en netsnoeren verschilt per regio en land.
Pagina 21
● Label met serienummer van HP module voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen): bevat het serienummer van uw HP module voor mobiel breedband. Dit label bevindt zich aan de onderkant van het apparaat. Labels herkennen...
Energiebeheer Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken Voor het apparaat zijn standaard twee voorzieningen voor energiebesparing ingeschakeld: de standbystand en de hibernationstand. Als de standbystand wordt geactiveerd, knippert het aan/uit-lampje en wordt het scherm zwart. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen. De standbystand beëindigen gaat sneller dan de hibernationstand beëindigen.
OPMERKING: Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de standbystand te beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat uw werk weer op het scherm verschijnt. Hibernationstand activeren en beëindigen Standaard wordt de hibernationstand geactiveerd wanneer het apparaat 30 minuten inactief is terwijl het apparaat op accuvoeding werkt, of wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt.
Externe netvoeding gebruiken Externe netvoeding wordt geleverd door een van de volgende apparaten: WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij het apparaat geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter. ● Goedgekeurde netvoedingsadapter ●...
WAARSCHUWING! Laad de accu van het apparaat niet op aan boord van een vliegtuig. ● Wanneer u een accu oplaadt of kalibreert ● Wanneer u systeemsoftware installeert of aanpast ● Wanneer u informatie naar een cd of dvd schrijft Als u het apparaat aansluit op een externe netvoedingsbron, gebeurt het volgende: ●...
WAARSCHUWING! Gebruik uitsluitend de volgende producten om beveiligingsrisico’s te beperken: de bij het apparaat geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij HP. De werktijd van de accu van het apparaat kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, geopende programma’s, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die...
Pagina 27
U plaatst de accu als volgt: Koppel alle externe apparaten los. Als het apparaat is aangesloten op een netvoedingsbron, haalt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Leg het apparaat ondersteboven op een vlakke ondergrond. Plaats de accu in de accuruimte (1) en kantel de accu omlaag totdat de accu op zijn plaats zit (2).
Kantel de accu (2) omhoog en verwijder de accu uit het apparaat (3). Accu opladen WAARSCHUWING! Laad de accu van het apparaat niet op aan boord van een vliegtuig. De accu wordt opgeladen wanneer het apparaat is aangesloten op een externe voedingsbron via een netvoedingsadapter, een optionele voedingsadapter of een optioneel dockingapparaat.
Accuwerktijd maximaliseren De accuwerktijd varieert afhankelijk van de voorzieningen die u gebruikt terwijl de computer op accuvoeding werkt. De maximale accuwerktijd neemt geleidelijk af omdat de capaciteit van de accu afneemt ten gevolge van bepaalde natuurlijke processen. Tips om de accuwerktijd te maximaliseren: ●...
Problemen met lage acculading verhelpen VOORZICHTIG: Wacht met het herstellen van de voeding totdat de aan/uit-lampjes uit zijn. Zo beperkt u het risico van gegevensverlies wanneer de hibernationstand is geactiveerd doordat het ladingsniveau van de accu in het apparaat kritiek laag is geworden. Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is Sluit een van de volgende apparaten aan: ▲...
Ga als volgt te werk om de accu volledig op te laden: Plaats de accu in het apparaat. Sluit het apparaat aan op een netvoedingsadapter, een optionele voedingsadapter of een optioneel dockingapparaat, en sluit de adapter of het apparaat aan op een externe netvoedingsbron. Het acculampje van het apparaat gaat branden.
Stap 4: laad de accu volledig op Ga als volgt te werk om de accu op te laden: Zorg dat het apparaat aangesloten blijft op een externe voedingsbron totdat de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het acculampje op het apparaat uit. U kunt het apparaat gewoon gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen, maar het opladen gaat sneller wanneer het apparaat is uitgeschakeld.
Afvoeren van afgedankte accu's WAARSCHUWING! Probeer niet een accu uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren, zorg dat u geen kortsluiting veroorzaakt tussen de externe contactpunten op een accu en laat een accu niet in aanraking komen met water of vuur. Zo beperkt u het risico van brand en brandwonden. Stel een accu niet bloot aan temperaturen boven 60°C (140°F).
Internet Het apparaat ondersteunt de volgende typen internettoegang: ● Bekabeld: u krijgt toegang tot internet door verbinding te maken met een breedbandnetwerk middels de RJ-45-netwerkconnector. ● Draadloos: voor mobiele toegang tot internet gebruikt u een draadloze verbinding. Raadpleeg het gedeelte "Verbinding maken met een draadloos netwerk" voor informatie over het instellen van een draadloos netwerk of het toevoegen van het apparaat aan een bestaand draadloos netwerk.
Aansluiten op een bekabeld netwerk Om verbinding te kunnen maken met een lokaal netwerk, is een (afzonderlijk aan te schaffen) 8-pins RJ-45-netwerkconnector nodig. Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (1) bevat, wat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord, sluit u de kabel aan op het apparaat met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt (2).
● HP module voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen): een draadloos WWAN-apparaat (wireless wide area network) dat toegang biedt tot informatie op elke plek waar mobiele netwerkservices beschikbaar zijn. In een WWAN communiceert elk mobiel apparaat met het basisstation van een aanbieder van mobiele netwerkdiensten.
Connection Manager (Verbindingsbeheer) maakt het mogelijk internetprofielen, SMS-berichten (Short Message Service) en verbindingsapparaten en -methoden te beheren en aanvullende instellingen te bewerken. Om Connection Manager te starten, klikt u op het pictogram HP Connection Manager in het ▲ systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
Verborgen pictogrammen weergeven (< of <<) in het systeemvak. Als het pictogram voor draadloze communicatie niet wordt weergegeven in het systeemvak, wijzigt u als volgt de eigenschappen voor Wireless Assistant: Klik op Start > Configuratiescherm > Netwerk- en Internet-verbindingen > HP Wireless Assistant. Klik op Eigenschappen.
Draadloos netwerk installeren Als u een draadloos netwerk wilt installeren en verbinding wilt maken met internet, heeft u de volgende apparatuur nodig: ● een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een internetservice met hoge snelheid via een abonnement bij een internetprovider; ●...
netwerk (onuitgenodigd) of informatie opvangen die via het netwerk wordt verzonden. U kunt echter de volgende voorzorgsmaatregelen nemen om uw draadloze netwerk hiertegen te beschermen: ● Gebruik een zender met ingebouwde beveiliging Veel draadloze basisstations, gateways of routers bevatten ingebouwde beveiligingsvoorzieningen zoals draadloze beveiligingsprotocollen en firewalls.
HP mobiel breedband heeft u een mobiele-netwerkexploitant nodig (ook wel aanbieder van mobiele netwerkdiensten genoemd). In de meeste gevallen is dat een beheerder van een netwerk voor mobiele telefonie. De dekking voor HP mobiel breedband komt overeen met de dekking voor spraak via mobiele telefonie.
Pagina 42
Wanneer uw apparaat met HP mobiel breedband wordt gebruikt in combinatie met de service van een aanbieder van mobiele netwerkdiensten, biedt HP mobiel breedband de mogelijkheid om verbinding te houden met internet, e-mail te versturen of contact te leggen met het bedrijfsnetwerk, ook als u onderweg bent en buiten het bereik van Wi-Fi hotspots bent.
Bluetooth-software voor informatie over de configuratie en het gebruik van Bluetooth-apparaten. Bluetooth en Internet Connection Sharing (ICS) HP adviseert om een apparaat met Bluetooth niet te gebruiken als host en te gebruiken als gateway die door andere apparaten kan worden gebruikt om verbinding met internet te maken. Wanneer twee...
Multimedia Multimediavoorzieningen Het apparaat bevat multimediavoorzieningen waarmee u muziek kunt beluisteren, naar films kunt kijken en afbeeldingen en foto's kunt bekijken. Het apparaat beschikt mogelijk over de volgende multimediacomponenten: ● Geïntegreerde luidsprekers om muziek te beluisteren ● Geïntegreerde webcam waarmee u foto's en video's kunt vastleggen ●...
Pagina 45
Onderdeel Beschrijving Interne microfoon Hiermee kunt u geluid registreren en opnemen. Webcam Hiermee legt u foto's en video's vast. OPMERKING: Om video's op te kunnen nemen, moet speciale webcamsoftware zijn geïnstalleerd. Lampje van de webcam Aan: de webcam is in gebruik. Luidsprekers (2) Hiermee wordt het geluid van de computer weergegeven.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: Wanneer u een extern audioapparaat aansluit op de hoofdtelefoonuitgang, worden de apparaatluidsprekers uitgeschakeld. Geluidsvolume aanpassen U kunt het geluidsvolume regelen met de volgende voorzieningen: ● Hotkey voor geluidsvolume van het apparaat: een combinatie van de fn-toets (1) met de functietoets (2), (3) of...
Als het pictogram Volume niet in het systeemvak staat, plaatst u het als volgt in het systeemvak: Selecteer Start > Configuratiescherm > Spraak, geluid en geluidsapparaten > Geluiden en audioapparaten > tabblad Volume. Schakel de optie Pictogram voor het volume in het systeemvak plaatsen in. Klik op Toepassen.
Audio Het apparaat bevat een aantal audiovoorzieningen, waarmee u het volgende kunt doen: ● Muziek afspelen via de apparaatluidsprekers en/of aangesloten externe luidsprekers ● Geluid opnemen via de microfoon van een optionele externe headset ● Muziek downloaden van internet ● Multimediapresentaties maken met beeld en geluid ●...
Pagina 49
OPMERKING: Voor optimale resultaten tijdens het opnemen spreekt u rechtstreeks in de microfoon en neemt u geluid op in een omgeving die vrij is van achtergrondruis. Om de audio-instellingen van het apparaat te bevestigen of te wijzigen, klikt u met de ▲...
Video Het apparaat biedt de mogelijkheid uiteenlopende videovoorzieningen te gebruiken: ● Films bekijken ● Spelletjes spelen via internet ● Afbeeldingen en video's bewerken voor presentaties ● Externe videoapparatuur aansluiten Externe monitor of projector aansluiten De (afzonderlijk aan te schaffen) VGA-kabel dient om een extern beeldscherm, zoals een monitor of projector, aan te sluiten op de dockingpoort van het apparaat: U sluit als volgt een externe monitor of projector aan: Sluit de optionele VGA-kabel aan op de dockingpoort van het apparaat.
Webcam Het apparaat heeft een geïntegreerde webcam, die zich boven aan het beeldscherm bevindt. De webcam is een invoerapparaat waarmee u foto's en video's kunt vastleggen. OPMERKING: Om video's op te kunnen nemen, moet speciale webcamsoftware zijn geïnstalleerd. U gebruikt de webcam als volgt: Klik op Start >...
Beveiliging Apparaat beveiligen De standaard beveiligingsvoorzieningen die worden geboden door het besturingssysteem Windows en het setupprogramma, dat geen deel uitmaakt van Windows, kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens beschermen tegen uiteenlopende veiligheidsrisico's. Volg de procedures in dit hoofdstuk voor het gebruik van de volgende voorzieningen: ●...
VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat u geen toegang meer krijgt tot het apparaat, is het belangrijk dat u elk ingesteld wachtwoord noteert. Omdat de meeste wachtwoorden niet worden weergegeven als u ze instelt, wijzigt of verwijdert, is het van wezenlijk belang om elk wachtwoord meteen te noteren en op een veilige plaats te bewaren.
Wachtwoorden instellen in het setupprogramma Wachtwoord Functie Beheerderswachtwoord* ● Hiermee beveiligt u de toegang tot het setupprogramma. ● Nadat u dit wachtwoord heeft ingesteld, voert u het opnieuw in telkens wanneer u het setupprogramma opent. VOORZICHTIG: Als u het beheerderswachtwoord vergeten bent, kunt u het setupprogramma niet openen.
Beheerderswachtwoord beheren U kunt dit wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of verwijderen: Open het setupprogramma door het apparaat aan te zetten of opnieuw te starten en op drukken wanneer het setupbericht linksonder op het scherm verschijnt. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Set Administrator Password (Beheerderswachtwoord instellen) en druk op enter.
Opstartwachtwoord beheren U kunt dit wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of verwijderen: Open het setupprogramma door het apparaat aan te zetten of opnieuw te starten en op drukken wanneer het setupbericht linksonder op het scherm verschijnt. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Set Power-On Password (Opstartwachtwoord instellen) en druk op enter.
OPMERKING: HP adviseert u om antivirussoftware te installeren om het apparaat beter te beveiligen. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en vernietigd. In de meeste gevallen kan ook schade die door virussen is aangericht, worden hersteld. Het is noodzakelijk om antivirussoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen nieuw ontdekte virussen.
Firewall-software gebruiken Wanneer u het apparaat gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, kunnen anderen op ongeoorloofde wijze toegang krijgen tot het apparaat, uw persoonlijke bestanden en informatie over u. Bescherm uw privacy met de firewall-software die vooraf op het apparaat is geïnstalleerd. Firewalls bevatten voorzieningen zoals logboek- en rapportagefuncties van netwerkactiviteiten en automatische bewaking van al het inkomende en uitgaande gegevensverkeer.
Essentiële updates installeren VOORZICHTIG: Microsoft verstuurt waarschuwingsberichten over essentiële updates. Als u het apparaat wilt beschermen tegen beveiligingsschendingen en virussen, installeert u alle essentiële updates van Microsoft zodra u een waarschuwingsbericht ontvangt. Nadat het apparaat is afgeleverd, zijn er mogelijk updates beschikbaar gekomen voor het besturingssysteem en andere software.
Digitale kaarten Met optionele digitale kaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen apparaten of tussen een apparaat en apparatuur met digitale media, zoals camera's en PDA's. De SD Card-lezer ondersteunt de volgende kaarttypen: ●...
Digitale kaart stopzetten en verwijderen VOORZICHTIG: Zet de digitale kaart stop voordat u de kaart verwijdert, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. Sla uw gegevens op en sluit alle applicaties die gebruikmaken van de digitale kaart. OPMERKING: Als u een gegevensoverdracht wilt stoppen, klikt u op Annuleren in het kopieervenster van het besturingssysteem.
Het apparaat heeft twee USB-poorten die ondersteuning bieden voor USB 1.0-, USB 1.1- en USB 2.0- apparaten. Afhankelijk van het model kan het apparaat ook een HP Mobile Drive bevatten, die een optionele HP Mini Mobile Drive ondersteunt. Een optionele USB-hub of een optioneel dockingapparaat biedt extra USB-poorten die met het apparaat kunnen worden gebruikt.
USB-apparaat stopzetten en verwijderen VOORZICHTIG: Zet het USB-apparaat stop voordat u het verwijdert, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. VOORZICHTIG: Trek niet aan de kabel om een USB-apparaat los te koppelen, om beschadiging van de USB-connector te voorkomen. Ga als volgt te werk om een USB-apparaat stop te zetten en te verwijderen: Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
HP Mini Mobile Drive. HP Mini Mobile Drive plaatsen Plaats de HP Mini Mobile Drive in de HP Mobile Drive en druk de HP Mini Mobile Drive naar binnen ▲ tot deze stevig vastzit en niet uit het apparaat steekt.
Pagina 65
HP Mobile Drive gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Cursorbesturing en toetsenbord Voorkeuren voor cursorbesturingsapparaten instellen Gebruik Eigenschappen voor Muis in Windows® om instellingen voor cursorbesturingsapparaten te wijzigen, zoals de configuratie van de knoppen, de kliksnelheid en de opties voor de aanwijzer. Selecteer Start > Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Muis om Eigenschappen voor Muis te openen.
Functie Hotkey Standbystand activeren. fn+f1 Weergave schakelen tussen beeldschermen. fn+f2 Helderheid van beeldscherm verlagen. fn+f3 Helderheid van beeldscherm verhogen fn+f4 QuickLock activeren fn+f6 Apparaatgeluid uitschakelen. fn+f8 Geluidsvolume verlagen. fn+f10 Geluidsvolume verhogen. fn+f11 Als u een hotkeyopdracht wilt gebruiken op het toetsenbord van het apparaat, volgt u een van de volgende methoden: ●...
Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, worden uw gegevens opgeslagen in het systeemgeheugen, wordt het scherm gewist en wordt er minder energie verbruikt. Wanneer het apparaat in de standbystand staat, knippert het aan/uit-lampje. VOORZICHTIG: Sla uw werk op voordat u de standbystand activeert, om het risico van gegevensverlies te beperken.
QuickLock beveiligt uw gegevens door het aanmeldingsvenster van het besturingssysteem weer te geven. Als het aanmeldingsvenster wordt weergegeven, kan het apparaat pas worden gebruikt nadat een gebruikerswachtwoord of beheerderswachtwoord voor Windows is ingevoerd. OPMERKING: Het is noodzakelijk dat u een gebruikerswachtwoord of een beheerderswachtwoord voor Windows instelt voordat u QuickLock gaat gebruiken.
Schijfeenheden Geïnstalleerde schijfeenheden herkennen Selecteer Start > Deze computer om de in het apparaat geïnstalleerde schijfeenheden weer te geven. Schijfeenheden hanteren Schijfeenheden zijn kwetsbare onderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Lees de volgende waarschuwingen voordat u schijfeenheden hanteert. Waarschuwingen die betrekking hebben op specifieke procedures worden vermeld bij de desbetreffende procedures.
VOORZICHTIG: Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan het apparaat of een schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken: Activeer de standbystand en wacht tot het scherm leeg is, of ontkoppel de externe vaste schijf op de correcte wijze, voordat u een apparaat verplaatst waarop een externe vaste schijf is aangesloten.
Optionele externe apparaten gebruiken OPMERKING: Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor meer informatie over de vereiste software en stuurprogramma's en over de poort op het apparaat die moet worden gebruikt. U sluit een extern apparaat als volgt aan: VOORZICHTIG: Als u een apparaat met een eigen netvoedingsaansluiting aansluit, kunt u het risico van schade aan de apparatuur beperken door ervoor te zorgen dat het apparaat is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is gehaald.
10 Geheugenmodules Het apparaat heeft één geheugenmodulecompartiment, dat zich aan de onderkant van het apparaat bevindt. U kunt de geheugencapaciteit van het apparaat vergroten door de bestaande geheugenmodule in het primaire geheugenmoduleslot te vervangen. WAARSCHUWING! Koppel het netsnoer los en verwijder alle accu's voordat u een geheugenmodule plaatst, om het risico van een elektrische schok of schade aan de apparatuur te beperken.
Pagina 74
Verwijder het afdekplaatje van het geheugenmodulecompartiment (2) van het apparaat. Verwijder de geïnstalleerde geheugenmodule: Trek de borgklemmetjes aan beide zijden van de geheugenmodule weg (1). De geheugenmodule komt omhoog. VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
Pagina 75
VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen op de geheugenmodule niet aan en buig de geheugenmodule niet. Lijn de inkeping (1) van de geheugenmodule uit met het nokje op het geheugenmoduleslot. Druk de module (2) onder een hoek van 45 graden ten opzichte van het geheugenmodulecompartiment in het geheugenmoduleslot totdat de module goed op zijn plaats zit.
Pagina 76
Draai het ondersteboven liggende apparaat weer om, en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de randapparatuur weer aan. Zet het apparaat aan. Hoofdstuk 10 Geheugenmodules...
Maak een back-up van uw bestanden en mappen om uw informatie te beschermen. In het geval dat het systeem niet meer werkt, kunt u de back-upbestanden gebruiken om het apparaat te herstellen. OPMERKING: Als het systeem instabiel is geworden, adviseert HP u om de herstelprocedures af te drukken en te bewaren voor toekomstig gebruik.
Back-up maken van gegevens Of het systeem na een storing met succes kan worden hersteld, hangt af van de vraag of u een volledige back-up heeft gemaakt van uw bestanden. Maak daarom de eerste back-up onmiddellijk nadat u de software heeft geïnstalleerd. Als u nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt, moet u periodiek back-ups van het systeem blijven maken om altijd een redelijk actuele back-up achter de hand te hebben.
Pagina 79
OPMERKING: Het back-upproces kan meer dan een uur in beslag nemen, afhankelijk van de bestandsgrootte en de snelheid van het apparaat. Klik op Start > Alle programma's > Bureau-accessoires > Systeemwerkset > Back-up. De wizard Back-up verschijnt. Klik op Volgende. Klik op Een back-up van bestanden en instellingen maken en klik op Volgende.
Alle bestanden die u heeft gemaakt en alle software die u heeft geïnstalleerd op het apparaat, worden definitief verwijderd. Tijdens het herstelproces worden het oorspronkelijke besturingssysteem, de software en de stuurprogramma's opnieuw geïnstalleerd. Software, stuurprogramma's en updates die niet door HP zijn geïnstalleerd, moeten handmatig opnieuw worden geïnstalleerd. OPMERKING: Om een herstelactie uit te voeren met de herstelschijven, heeft u een (afzonderlijk aan te schaffen) externe optischeschijfeenheid nodig.
Pagina 81
Plaats de schijf Operating System (Besturingssysteem) in een (afzonderlijk aan te schaffen) optischeschijfeenheid. Sluit het apparaat af. Zet het apparaat aan. Volg de instructies op het scherm om het besturingssysteem te installeren. Nadat het besturingssysteem is geïnstalleerd, verwijdert u de schijf Operating System en plaatst u de schijf Driver Recovery (Herstel van stuurprogramma's).
12 Software updaten Mogelijk zijn op de website van HP updates beschikbaar van de software die bij uw apparaat is geleverd. De meeste software en BIOS-updates op de website van HP zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaqs worden genoemd.
BIOS updaten U kunt het BIOS updaten door eerst vast te stellen welke BIOS-versie u momenteel heeft en vervolgens het nieuwe BIOS te downloaden en te installeren. BIOS-versie vaststellen Als u wilt vaststellen of er een recentere BIOS-versie beschikbaar is voor uw apparaat, moet u weten welke versie van het systeem-BIOS momenteel is geïnstalleerd.
Pagina 84
U downloadt een BIOS-update als volgt: Ga op de website van HP naar de pagina die de software voor uw apparaat bevat: Selecteer Start > Help en ondersteuning en selecteer de optie voor het updaten van software en stuurprogramma's. Volg de instructies op het scherm om uw apparaat te selecteren en de BIOS-update te zoeken die u wilt downloaden.
U kunt andere software dan een BIOS-update als volgt downloaden en installeren: Ga op de website van HP naar de pagina die de software voor uw apparaat bevat: Selecteer Start > Help en ondersteuning en selecteer de optie voor het updaten van software en stuurprogramma's.
13 Setupprogramma Setupprogramma starten Het setupprogramma is een ROM-hulpprogramma voor gegevens over en aanpassingen van het systeem dat u ook kunt gebruiken als het besturingssysteem Windows niet werkt. Met dit hulpprogramma kunt u informatie over het apparaat weergeven en kunt u instellingen opgeven voor opstartprocedures, beveiliging en andere voorkeuren.
Navigeren en selecteren in het setupprogramma Omdat het setupprogramma geen Windows-hulpprogramma is, biedt het geen ondersteuning voor het touchpad. In het setupprogramma kunt u navigeren en selecteren met het toetsenbord. ● Gebruik de pijltoetsen om een menu of menuonderdeel te kiezen. ●...
Setupprogramma afsluiten Bij het afsluiten van het setupprogramma geeft u aan of u de wijzigingen al dan niet wilt opslaan. ● U kunt als volgt het setupprogramma afsluiten en de wijzigingen van de huidige sessie opslaan: Als de menu's van het setupprogramma niet worden weergegeven, drukt u op om terug te gaan naar de menuweergave.
Optie Werking Processor C4 State (C4-status processor) Hiermee kunt u de C4-slaapstand van de processor in-/uitschakelen. Boot Options (Opstartopties) Stel de volgende opstartopties in: ● Delay (sec.) (Weergave f10 en f12 in seconden): de wachttijd voor de functies van het setupprogramma instellen in intervallen van 5 seconden (0, 5, 10, 15, 20).
Pagina 91
QuickLock activeren 58 Netvoedingsconnector, schakelen tussen Labels herkennen 6 beeldschermen 58 Bluetooth 11 Netwerkconnector, herkennen 6 standbystand activeren 57 HP module voor mobiel Netwerkkabel HP Mini Mobile Drive breedband 11 aansluiten 25 plaatsen 54 kennisgevingen 11 ruisonderdrukkingscircuit 25 stopzetten 54...