Netwerkstatus (verbonden)
Netwerkstatus (niet verbonden)
Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken
U kunt de apparaten voor draadloze communicatie op uw apparaat met een van de volgende
voorzieningen in- of uitschakelen:
●
Schakelaar voor draadloze communicatie
●
Voorzieningen van het besturingssysteem
Schakelaar voor draadloze communicatie gebruiken
Het apparaat heeft een schakelaar voor draadloze communicatie, een of meer apparaten voor draadloze
communicatie en een lampje voor draadloze communicatie. Standaard zijn alle apparaten voor
draadloze communicatie geactiveerd en brandt het lampje voor draadloze communicatie blauw wanneer
u het apparaat aanzet.
Het lampje voor draadloze communicatie geeft niet de status van afzonderlijke apparaten voor
draadloze communicatie aan, maar de status van deze apparaten als groep. Wanneer het lampje voor
draadloze communicatie blauw brandt, zijn een of meer apparaten voor draadloze communicatie
ingeschakeld. Wanneer het lampje voor draadloze communicatie oranje is, zijn alle apparaten voor
draadloze communicatie uitgeschakeld.
Omdat alle apparaten voor draadloze communicatie standaard zijn geactiveerd, kunt u met de
schakelaar voor draadloze communicatie alle apparaten voor draadloze communicatie tegelijk in- of
uitschakelen.
HP Connection Manager software gebruiken
Connection Manager (Verbindingsbeheer) maakt het mogelijk internetprofielen, SMS-berichten (Short
Message Service) en verbindingsapparaten en -methoden te beheren en aanvullende instellingen te
bewerken.
Om Connection Manager te starten, klikt u op het pictogram HP Connection Manager in het
▲
systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
OPMERKING:
HP Wireless Assistant software gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Een apparaat voor draadloze communicatie kan worden in- of uitgeschakeld via Wireless Assistant
(Assistent voor draadloze communicatie). Wanneer een apparaat voor draadloze communicatie is
gedeactiveerd via het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen), moet het eerst opnieuw
worden geactiveerd met behulp van Computer Setup voordat het kan worden in- of uitgeschakeld via
Wireless Assistant.
Raadpleeg de helpfunctie van Connection Manager voor meer informatie.
Geeft aan dat een of meer LAN-stuurprogramma's zijn
geïnstalleerd en dat een of meer LAN-apparaten verbinding
hebben met het netwerk.
Geeft aan dat een of meer LAN-stuurprogramma's zijn
geïnstalleerd maar dat er geen LAN-apparaten verbinding
hebben met het netwerk.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
27