Beheerderswachtwoord beheren
U kunt dit wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of verwijderen:
1.
Open het setupprogramma door het apparaat aan te zetten of opnieuw te starten en op
drukken wanneer het setupbericht linksonder op het scherm verschijnt.
2.
Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Set Administrator Password
(Beheerderswachtwoord instellen) en druk op enter.
●
Beheerderswachtwoord instellen: typ het wachtwoord in het veld Enter New Password
(Nieuwe wachtwoord invoeren) en in het veld Confirm New Password (Nieuwe
wachtwoord bevestigen). Druk daarna op enter.
●
Beheerderswachtwoord wijzigen: typ het huidige wachtwoord in het veld Enter Current
Password (Huidige wachtwoord invoeren) en typ een nieuw wachtwoord in de velden
Enter New Password (Nieuwe wachtwoord invoeren) en Confirm New Password
(Nieuwe wachtwoord bevestigen). Druk daarna op enter.
●
Beheerderswachtwoord verwijderen: typ het huidige wachtwoord in het veld Enter Password
(Wachtwoord invoeren) en druk vier keer op enter.
3.
Als u uw voorkeuren wilt opslaan en het setupprogramma wilt afsluiten, selecteert u met de
pijltoetsen Exit (Afsluiten) > Exit Saving Changes (Wijzigingen opslaan en programma
verlaten).
De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra het apparaat opnieuw is opgestart.
Beheerderswachwoord invoeren
Typ achter de prompt Enter Password (Wachtwoord opgeven) het beheerderswachtwoord en druk
op enter. Na drie mislukte pogingen om het beheerderswachtwoord in te voeren moet u het apparaat
opnieuw opstarten en het opnieuw proberen.
Opstartwachtwoord
Met een opstartwachtwoord voorkomt u dat het apparaat kan worden gebruikt door onbevoegden. Als
dit wachtwoord is ingesteld, moet u het wachtwoord opgeven wanneer u het apparaat inschakelt of
herstart of wanneer u de hibernationstand beëindigt. Een opstartwachtwoord wordt niet weergegeven
als het wordt ingesteld, gewijzigd of verwijderd.
f10
Wachtwoorden gebruiken
te
45