Pagina 2
Microsoft Corporation. support. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! Zet de computer niet op schoot en zorg ervoor dat u de ventilatieopeningen van de computer niet blokkeert, om de kans op letsel door verbranding of oververhitting van de computer te verkleinen. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding).
Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken ........14 Knop voor draadloze communicatie gebruiken ..............15 Wireless Assistant-software gebruiken (alleen bepaalde modellen) ......... 15 HP Connection Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen) ........16 Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken ............16 WLAN gebruiken ..........................17 Draadloos netwerk installeren ...................
Pagina 6
Netwerkpictogram voor WLAN wordt niet weergegeven ........... 25 Actuele WLAN-netwerkbeveiligingscodes zijn niet beschikbaar ........25 WLAN-verbinding is zeer zwak ..................26 Kan geen verbinding maken met de draadloze router ............26 Verbinding met een lokaal netwerk (LAN) ..................27 4 Multimedia Multimediavoorzieningen ........................
Pagina 7
Hotkeys gebruiken ......................52 Slaapstand activeren ..................53 Schakelen tussen beeldschermen ..............54 Helderheid van het beeldscherm verlagen ............54 Helderheid van het beeldscherm verhogen ............54 QuickLock activeren ..................55 Geluid uit- en weer inschakelen ................ 55 Geluidsvolume verlagen ..................55 Geluidsvolume verhogen ..................
Pagina 8
Afvoeren van afgedankte accu's ..................69 Computer afsluiten ..........................69 9 Beveiliging Computer beveiligen .......................... 70 Wachtwoorden gebruiken ........................70 Wachtwoorden instellen in Windows ................. 71 Wachtwoorden instellen in het setupprogramma ............... 72 Beheerderswachtwoord ..................72 Beheerderswachtwoord beheren ............73 Beheerderswachwoord invoeren ............
Hardwarevoorzieningen Hardware herkennen De onderdelen van de computer kunnen per land/regio en model verschillen. De afbeeldingen in dit hoofdstuk geven de standaardvoorzieningen van de meeste computermodellen weer. U geeft als volgt een overzicht weer van de hardware die in de computer is geïnstalleerd: Selecteer Start >...
Onderdeel Beschrijving Linkerknop van het touchpad* Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. Rechterknop van het touchpad* Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis. Schuifzone van het touchpad Hiermee schuift u de weergave in het actieve venster op het beeldscherm omhoog of omlaag.
Knoppen Onderdeel Beschrijving Aan/uit-knop* ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uit- knop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Toetsen Onderdeel Beschrijving esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. fn-toets Door deze toets in combinatie met een functietoets in te drukken, kunt u veelgebruikte systeemfuncties uitvoeren. Windows®-logotoets Hiermee geeft u het menu Start van Windows weer. Windows-applicatietoets Hiermee opent u een snelmenu voor items waarbij de aanwijzer staat.
Onderdeel Beschrijving Luidsprekers (2) Hiermee wordt het computergeluid weergegeven. ● Acculampje Aan: er wordt een accu opgeladen. ● Knipperend: een accu die de enige beschikbare voedingsbron is, is bijna leeg. Wanneer de accu een kritiek laag ladingsniveau bereikt, begint het acculampje snel te knipperen.
Onderdeel Beschrijving De kabel van de audiocomponent moet een connector met vier pinnen hebben. USB-poorten (2) Hierop kunt u optionele USB-apparatuur aansluiten. Externemonitorpoort Hierop kunt u een optionele VGA-monitor of projector aansluiten. RJ-45-netwerkconnector Hierop kunt u een netwerkkabel aansluiten. Onderdelen aan de linkerkant Onderdeel Beschrijving Bevestigingspunt voor een beveiligingskabel...
Beeldschermonderdelen Onderdeel Beschrijving Interne beeldschermschakelaar Hiermee schakelt u het beeldscherm uit wanneer het apparaat wordt gesloten terwijl het is ingeschakeld. Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik. Webcam Hiermee legt u foto's en video's vast. OPMERKING: Om video's op te kunnen nemen, moet u speciale webcamsoftware installeren.
Onderdelen aan de onderkant Onderdeel Beschrijving Accuontgrendelingen (2) Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte. Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. Ventilatieopeningen (4) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen.
Onderdeel Beschrijving VOORZICHTIG: Vervang de module voor draadloze communicatie alleen door een module die is goedgekeurd voor gebruik in de computer door de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de regelgeving met betrekking tot apparatuur voor draadloze communicatie in uw land. Zo voorkomt u dat het systeem niet meer reageert en er een waarschuwing verschijnt.
Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u de sectie over uw land of regio in Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu. Deze informatie vindt u in Help en ondersteuning. Aanvullende hardwareonderdelen Onderdeel Beschrijving Netsnoer* Hiermee kunt u een netvoedingsadapter aansluiten op een stopcontact.
Pagina 19
WLAN-apparaat zijn. U kunt deze informatie nodig hebben als u het apparaat in het buitenland wilt gebruiken. ◦ Het serienummer van uw HP module voor mobiel breedband. Het label met kennisgevingen bevindt zich in de accuruimte. Labels herkennen...
HP QuickWeb software gebruiken (alleen bepaalde modellen) HP QuickWeb software is een optionele, onmiddellijk toegankelijke omgeving die losstaat van het besturingssysteem Windows. Met QuickWeb krijgt u snel toegang tot bepaalde programma's zonder het besturingssysteem te hoeven opstarten. Deze voorziening komt vooral van pas als u wilt surfen op internet, e-mails wilt lezen en verzenden, digitale foto's wilt weergeven, naar muziek wilt luisteren of op de hoogte wilt blijven via expresberichten of Skype.
● HP draadloosbreedbandmodule: een draadloos WWAN-apparaat (Wide Area Network) dat toegang biedt tot informatie overal waar mobiele netwerkservices beschikbaar zijn. In een WWAN communiceert elk mobiel apparaat met het basisstation van een aanbieder van mobiele netwerkdiensten.
HP Connection Manager (Verbindingsbeheer) Hiermee opent u HP Connection Manager (Verbindingsbeheer), waarmee u een verbinding tot stand kunt brengen met een HP apparaat voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen). Bekabeld netwerk (verbonden) Geeft aan dat een of meer netwerkstuurprogramma's zijn geïnstalleerd en dat een of meer netwerkapparaten...
Klik op het pictogram voor draadloze communicatie in het deelvenster Wireless Assistant, in het onderste gedeelte van Windows® Mobiliteitscentrum. Klik op Eigenschappen. Selecteer het selectievakje naast Pictogram van HP Wireless Assistant in systeemvak. Klik op Toepassen. Klik op Sluiten. Raadpleeg de online Help van de Wireless Assistant-software voor meer informatie.
HP Connection Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen) U kunt HP Connection Manager gebruiken om verbinding te maken met WWAN's via de HP module voor mobiel breedband in de computer (alleen bepaalde modellen). Om Connection Manager te starten, klikt u op het pictogram Connection Manager in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
WLAN gebruiken Met een WLAN-apparaat kunt u toegang krijgen tot een draadloos netwerk (WLAN), dat bestaat uit andere apparaten en accessoires die met elkaar zijn verbonden door een draadloze router of een draadloos toegangspunt. OPMERKING: De termen draadloze router en draadloos toegangspunt worden vaak door elkaar gebruikt.
Draadloze netwerken in openbare zones, of "hotspots", zoals café's en luchthavens, zijn mogelijk helemaal niet beveiligd. Door fabrikanten van producten voor draadloze communicatie en aanbieders van hotspotservices worden nieuwe technologieën ontwikkeld om de openbare ruimte veiliger en anoniemer te maken. Als u zich zorgen maakt om de beveiliging van de computer op een hotspot, kunt u uw netwerkactiviteiten het beste beperken tot niet-kritieke e-mailactiviteiten en oppervlakkig surfen op internet.
Selecteer uw WLAN in de lijst. Klik op Verbinding maken. Als het netwerk een beveiligd draadloos netwerk is, wordt u verzocht een netwerkbeveiligingssleutel in te voeren. Dit is een beveiligingscode. Typ de code en klik daarna op OK om de verbinding tot stand te brengen. OPMERKING: Als er geen WLAN's worden weergegeven, betekent dit dat u zich buiten het bereik van een draadloze router of toegangspunt bevindt.
HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen) HP mobiel breedband stelt uw computer in staat gebruik te maken van WWAN's voor toegang tot internet vanuit meer plaatsen en met een groter bereik dan mogelijk is met draadloze netwerken. Voor gebruik van HP mobiel breedband heeft u een mobielnetwerkexploitant nodig (aanbieder van mobiele netwerkdiensten genoemd).
Plaats de SIM-kaart in het daarvoor bestemde slot en duw de SIM-kaart voorzichtig in het slot totdat deze stevig op zijn plaats zit. Plaats de accu terug. OPMERKING: HP mobiel breedband wordt uitgeschakeld als de accu niet wordt teruggeplaatst. Sluit de externe voedingsbron opnieuw aan. Sluit externe apparaten opnieuw aan. Zet de computer aan.
Pagina 30
Druk de SIM-kaart iets naar binnen (1) en verwijder deze vervolgens uit het slot (2). Plaats de accu terug. Sluit de externe voedingsbron opnieuw aan. Sluit externe apparaten opnieuw aan. Zet de computer aan. Hoofdstuk 3 Draadloos en lokaal netwerk...
Bluetooth-software voor informatie over de configuratie en het gebruik van Bluetooth-apparaten. Bluetooth en Internet Connection Sharing (ICS) HP adviseert om een computer met Bluetooth niet te gebruiken als host of als gateway die door andere computers kan worden gebruikt om verbinding met internet te maken. Wanneer twee of meer computers met elkaar zijn verbonden via Bluetooth en ICS is ingeschakeld op een van de computers, kunnen de andere computers mogelijk geen verbinding maken met internet via het Bluetooth-netwerk.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen Enkele mogelijke oorzaken van problemen met draadloze verbindingen zijn: ● De netwerkconfiguratie (SSID of beveiliging) is gewijzigd. ● Een draadloos apparaat is niet correct geïnstalleerd of is uitgeschakeld. ● Er is een storing opgetreden in een draadloos apparaat of router. ●...
Ga als volgt te werk om de nieuwste versie van de WLAN-software voor uw computer te downloaden: Open een webbrowser en ga naar http://www.hp.com/support. Selecteer uw land of regio. Klik op de optie voor het downloaden van software en stuurprogramma's en typ het nummer van uw computermodel in het zoekvak.
Als u nieuwe sleutels voor het draadloze netwerk en het SSID voor een netwerk ontvangt, en als u eerder al een verbinding met dat netwerk tot stand heeft gebracht, gaat u als volgt te werk om verbinding met het netwerk te maken: Selecteer Start >...
Verbinding met een lokaal netwerk (LAN) Om verbinding te kunnen maken met een lokaal netwerk (LAN), is een (afzonderlijk aan te schaffen) 8- pins RJ-45-netwerkconnector nodig. Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (1) bevat, waarmee wordt voorkomen dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt verstoord, sluit u de kabel aan op de computer met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt (2).
Multimedia Multimediavoorzieningen De computer bevat multimediavoorzieningen waarmee u muziek kunt beluisteren, naar films kunt kijken en afbeeldingen en foto's kunt bekijken. De computer beschikt mogelijk over de volgende multimediacomponenten: ● geïntegreerde luidsprekers om muziek te beluisteren; ● geïntegreerde microfoon om zelf geluid op te nemen; ●...
Pagina 37
Onderdeel Beschrijving Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik. Webcam Hiermee legt u foto's en video's vast. OPMERKING: Om video's op te kunnen nemen, moet u speciale webcamsoftware installeren. Interne microfoon Hiermee kunt u geluid opnemen. Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audio-ingang Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen (microfoon) voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel aansluiten, om het geluid via dat apparaat...
Onderdeel Beschrijving Hotkey Geluid uit Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om het luidsprekergeluid uit te schakelen. Hotkey Geluid zachter Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om het luidsprekergeluid zachter te zetten. Hotkey Geluid harder Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om het luidsprekergeluid harder te zetten.
– of – Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak en klik op Volumemixer openen. In de kolom Volumeregeling zet u het geluid harder of zachter door de schuifregelaar omhoog of omlaag te bewegen. U kunt het geluid ook uitschakelen door op het pictogram Luidsprekers dempen te klikken.
Audio De computer bevat een aantal audiovoorzieningen, waarmee u het volgende kunt doen: ● muziek afspelen via de computerluidsprekers en/of aangesloten externe luidsprekers; ● geluid opnemen met de interne microfoon of een optionele externe headsetmicrofoon aansluiten; ● muziek downloaden van internet; ●...
Pagina 41
OPMERKING: Voor optimale resultaten tijdens het opnemen spreekt u rechtstreeks in de microfoon en neemt u geluid op in een omgeving die vrij is van achtergrondruis. Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Geluid om de audio-instellingen van de computer te bevestigen of te wijzigen. Audio...
Video Met de videovoorzieningen op de computer kunt u: ● films bekijken; ● spelletjes spelen via internet; ● afbeeldingen en video's bewerken voor presentaties; ● externe videoapparatuur aansluiten. Externe monitor of projector aansluiten De (afzonderlijk aan te schaffen) VGA-kabel dient om een extern weergaveapparaat, zoals een monitor of projector, aan te sluiten op de externemonitorpoort van de computer: U sluit als volgt een externe monitor of projector aan: Sluit de optionele VGA-kabel aan op de externemonitorpoort van de computer.
U sluit als volgt een video- of audioapparaat aan op de HDMI-poort: Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het videoapparaat volgens de instructies van de fabrikant.
Webcam De computer heeft een geïntegreerde webcam, die zich bovenaan het beeldscherm bevindt. De webcam is een invoerapparaat waarmee u video kunt vastleggen en uitwisselen. U gebruikt de webcam als volgt: Selecteer Start > Alle programma's > ArcSoft WebCam Companion 3 > WebCam Companion Klik op Capture (Vastleggen) >...
Schijfeenheden en externe apparaten Schijfeenheden Geïnstalleerde schijfeenheden herkennen De computer is voorzien van een vaste schijf (met een roterende schijf) of een SSD (solid-state drive) met solid-state geheugen. Omdat een SSD geen bewegende onderdelen bevat, genereert deze minder warmte dan een vaste schijf. Selecteer Start >...
VOORZICHTIG: Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken: Activeer de slaapstand en wacht tot het scherm leeg is voordat u een computer verplaatst die met een externe vaste schijf is verbonden of maak de externe vaste schijf op de juiste manier los.
OPMERKING: Windows® bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van uw computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken als het installeren van software, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van Windows- instellingen. Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer informatie. Raadpleeg voor meer informatie de helpfunctie van Schijfdefragmentatie.
Pagina 48
Verwijder het afdekplaatje van de vaste schijf (2). Maak de kabel van de vaste schijf (1) los waarmee de vaste schijf vastzit aan de computer. Trek het lipje van de vaste schijf (2) omhoog en til de vaste schijf (3) uit de vasteschijfruimte. U installeert als volgt een vaste schijf: Pak het vasteschijflipje beet (1) en plaats de vaste schijf (2) in de vasteschijfruimte, tot de rubberen stops op hun plaats schuiven.
Sluit de vasteschijfkabel weer aan (3). Breng de tabs op het afdekplaatje van de vaste schijf op één lijn met de uitsparingen in de computer en sluit het afdekplaatje (1). Draai de twee schroeven van het afdekplaatje van de vaste schijf vast (2). Externe schijfeenheden gebruiken Verwisselbare externe schijfeenheden bieden meer mogelijkheden voor het opslaan en gebruiken van informatie.
● Dvd±rw en cd-rw-combodrive ● Gecombineerde SuperMulti dubbellaags dvd±rw-/cd-rw-drive ● Gecombineerde SuperMulti dubbellaags dvd±rw-/cd-rw-drive met LightScribe ● Blu-ray ROM dvd±r/rw SuperMulti DL-drive ● Blu-ray ROM met LightScribe dvd±r/rw SuperMulti DL-drive ● Hd dvd-drive OPMERKING: Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor meer informatie over de vereiste software en stuurprogramma's en over de poort op de computer die moet worden gebruikt.
Pagina 51
of draadloze netwerk bevindt. Het delen van schijfeenheden is een voorziening van het besturingssysteem Windows, waardoor een schijfeenheid op een andere computer beschikbaar komt voor andere gebruikers binnen een netwerk. OPMERKING: Raadpleeg Help en ondersteuning voor informatie over het installeren van een thuisnetwerk en het delen van een schijfeenheid.
Externe apparatuur USB-apparaat gebruiken USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een optioneel extern apparaat aan te sluiten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -drive, -printer, -scanner of -hub. Apparaten kunnen worden aangesloten op het systeem of een optioneel dockingapparaat. Voor bepaalde USB-apparatuur is extra ondersteunende software nodig.
U verwijdert een USB-apparaat als volgt: Klik op het pictogram Safely Remove Hardware and Eject Media (Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen) in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. OPMERKING: U kunt het pictogram Safely Remove Hardware and Eject Media (Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen) weergeven door te klikken op het pictogram Verborgen pictogrammen weergeven (de pijl aan de linkerkant van het systeemvak).
Plaats de kaart in het digitalemediaslot en druk de kaart vervolgens aan totdat deze goed op zijn plaats zit. U hoort een geluidssignaal als het apparaat is gedetecteerd, en er kan een menu met beschikbare opties verschijnen. Digitale kaart verwijderen VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt, gebruikt u de volgende procedure om de digitale kaart veilig te verwijderen.
Pagina 55
Druk de digitale kaart (1) iets naar binnen en verwijder deze vervolgens uit het slot (2). Externe apparatuur...
Geheugenmodules De computer heeft één geheugenmoduleslot, dat zich in de vasteschijfruimte bevindt. U kunt de geheugencapaciteit van de computer vergroten door de bestaande geheugenmodule te vervangen. WAARSCHUWING! Koppel het netsnoer los en verwijder alle accu's voordat u een geheugenmodule plaatst, om het risico van een elektrische schok of schade aan de apparatuur te beperken. VOORZICHTIG: Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische onderdelen beschadigd raken.
Pagina 57
Verwijder het afdekplaatje van de vaste schijf (2) van de computer. Verwijder als volgt de geïnstalleerde geheugenmodule: Trek de borgklemmetjes aan beide zijden van de geheugenmodule weg (1). De geheugenmodule komt omhoog. VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
Pagina 58
Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule: VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen op de geheugenmodule niet aan en buig de geheugenmodule niet. Lijn de inkeping (1) van de geheugenmodule uit met het nokje op het geheugenmoduleslot. Druk de module onder een hoek van 45 graden ten opzichte van de vasteschijfruimte in het geheugenmoduleslot totdat de module goed op zijn plaats zit (2).
Pagina 59
Draai de twee schroeven van het afdekplaatje van de vaste schijf vast (3). Plaats de accu terug. Draai de ondersteboven liggende computer weer om en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de randapparatuur weer aan. Zet de computer aan.
Cursorbesturing en toetsenbord Voorkeuren voor cursorbesturingsapparaten instellen Selecteer Start > Devices and Printers (Apparaten en printers) om Eigenschappen voor Muis te openen. Klik daarna met de rechtermuisknop op het apparaat dat uw computer vertegenwoordigt en selecteer Muis. Gebruik Eigenschappen voor Muis in Windows® om instellingen voor cursorbesturingsapparaten te wijzigen, zoals de configuratie van de knoppen, de kliksnelheid en de opties voor de aanwijzer.
Functie Hotkey Slaapstand activeren fn+f1 Weergave schakelen tussen beeldschermen fn+f2 Helderheid van beeldscherm verlagen fn+f3 Helderheid van beeldscherm verhogen fn+f4 QuickLock activeren fn+f6 Geluid uit- en weer inschakelen fn+f8 Geluidsvolume verlagen fn+f10 Geluidsvolume verhogen fn+f11 Als u een hotkeyopdracht wilt gebruiken op het toetsenbord van het apparaat, volgt u een van de volgende methoden: ●...
Druk op fn+f1 om de slaapstand te activeren. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, worden uw gegevens opgeslagen in het systeemgeheugen, wordt het scherm gewist en wordt er minder energie verbruikt. Als de computer in de slaapstand verkeert, knippert het aan/uit-lampje. De computer moet zijn ingeschakeld om de slaapstand te kunnen activeren.
QuickLock activeren Druk op fn+f6 om de QuickLock-beveiligingsfunctie te activeren. QuickLock beveiligt uw gegevens door het aanmeldingsvenster van het besturingssysteem weer te geven. Als het aanmeldingsvenster wordt weergegeven, kan de computer pas worden gebruikt nadat een gebruikerswachtwoord of beheerderswachtwoord voor Windows is ingevoerd. OPMERKING: Het is noodzakelijk dat u een gebruikerswachtwoord of een beheerderswachtwoord voor Windows instelt voordat u QuickLock gaat gebruiken.
Energiebeheer Opties voor energiebeheer instellen Standen voor energiebesparing gebruiken Voor de computer zijn standaard twee voorzieningen voor energiebesparing ingeschakeld: de slaapstand en de hibernationstand. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen. Het beëindigen van de slaapstand gaat sneller dan het beëindigen van de hibernationstand.
U kunt op elk van de volgende manieren de slaapstand beëindigen: ● Druk kort op de aan/uit-knop. ● Als het beeldscherm gesloten is, opent u het beeldscherm. ● Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord, of op een willekeurige knop op de afstandsbediening (alleen bepaalde modellen).
Ga als volgt te werk om het pictogram van de Accumeter te verbergen of weer te geven: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Verborgen pictogrammen weergeven (de pijl aan de linkerkant van het systeemvak). Klik op Meldingspictogrammen aanpassen. Selecteer onder Gedrag de optie Show icons and notifications (Pictogrammen en meldingen weergeven) voor het pictogram Energie.
Externe netvoeding gebruiken Externe netvoeding wordt geleverd door een van de volgende apparaten: WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter, of een door HP geleverde compatibele adapter. ● Goedgekeurde netvoedingsadapter ●...
Netvoedingsadapter aansluiten WAARSCHUWING! Ga als volgt te werk om het risico van een elektrische schok en schade aan de apparatuur te beperken: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd gemakkelijk te bereiken is. Onderbreek de stroomtoevoer aan de computer door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken (niet uit de computer).
Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij De werktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, geopende programma’s, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die...
Ga als volgt te werk om HP Accucontrole uit te voeren: Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer. OPMERKING: Accucontrole werkt alleen goed als de computer is aangesloten op een externe voedingsbron. Selecteer Start > Help en ondersteuning > Troubleshoot (Problemen oplossen) > Power, Thermal and Mechanical (Voeding, warmte en mechanische werking).
Verschuif de accu-ontgrendelingen (1) om de accu los te koppelen en verwijder de accu (2). Accu opladen WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. De accu wordt opgeladen wanneer de computer is aangesloten op een externe voedingsbron via een netvoedingsadapter, een optionele voedingsadapter of een optioneel dockingapparaat.
Het acculampje geeft als volgt de status van de acculading aan: ● Aan: de accu wordt opgeladen. ● Knipperend: de accu die de enige beschikbare voedingsbron is, is bijna leeg. Wanneer de accu een kritiek laag ladingsniveau bereikt, begint het acculampje snel te knipperen. ●...
Problemen met lage acculading verhelpen VOORZICHTIG: Wacht met het herstellen van de voeding totdat de aan/uit-lampjes uit zijn. Zo beperkt u het risico van gegevensverlies wanneer de hibernationstand is geactiveerd doordat het ladingsniveau van de accu in de computer kritiek laag is geworden. Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is Sluit een van de volgende apparaten aan: ▲...
U laadt als volgt de accu volledig op: Plaats de accu in de computer. Sluit de computer aan op een netvoedingsadapter, optionele voedingsadapter of optioneel dockingapparaat en sluit de adapter of de computer aan op een externe netvoedingsbron. Het acculampje van de computer gaat branden. Zorg dat de computer aangesloten blijft op de externe voedingsbron totdat de accu volledig is opgeladen.
Stap 3: ontlaad de accu De computer moet ingeschakeld blijven tijdens het ontladen van de accu. De accu wordt ontladen, ongeacht of de computer in gebruik is. Wanneer u de computer gebruikt, verloopt het ontladen echter sneller. ● Als u de computer onbeheerd wilt achterlaten tijdens het ontladen, slaat u uw gegevens op voordat u de ontladingsprocedure start.
Stap 4: laad de accu volledig op Ga als volgt te werk om de accu op te laden: Zorg dat de computer aangesloten blijft op een externe voedingsbron totdat de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het acculampje op de computer uit. U kunt de computer gewoon gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen, maar het opladen gaat sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
Accu opbergen VOORZICHTIG: Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen, om beschadiging van de accu te voorkomen. Verwijder de accu en bewaar deze afzonderlijk als de computer meer dan 2 weken niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een externe voedingsbron. Bewaar de accu op een koele en droge plaats, zodat de accu langer opgeladen blijft.
Beveiliging Computer beveiligen De standaard beveiligingsvoorzieningen die worden geboden door het besturingssysteem Windows en het setupprogramma, dat geen deel uitmaakt van Windows, kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens beschermen tegen uiteenlopende veiligheidsrisico's. Volg de procedures in dit hoofdstuk voor het gebruik van de volgende voorzieningen: ●...
informatie wilt regelen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in het setupprogramma, dat geen deel uitmaakt van Windows en dat vooraf is geïnstalleerd op de computer. VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat u geen toegang meer krijgt tot de computer, is het belangrijk dat u elk ingesteld wachtwoord noteert.
Wachtwoorden instellen in het setupprogramma Wachtwoord Functie Beheerderswachtwoord* ● Hiermee beveiligt u de toegang tot het setupprogramma. ● Nadat u dit wachtwoord heeft ingesteld, voert u het opnieuw in telkens wanneer u het setupprogramma opent. VOORZICHTIG: Als u het beheerderswachtwoord vergeten bent, kunt u het setupprogramma niet openen.
Beheerderswachtwoord beheren U kunt dit wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of verwijderen: Open het setupprogramma door de computer aan te zetten of opnieuw te starten en op drukken wanneer het setupbericht "F10 = BIOS Setup Options" (F10 = BIOS-installatieopties) linksonder op het scherm verschijnt. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) >...
Opstartwachtwoord beheren U kunt dit wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of verwijderen: Open het setupprogramma door de computer aan te zetten of opnieuw te starten en op drukken wanneer het setupbericht "F10 = BIOS Setup Options" (F10 = BIOS-installatieopties) linksonder op het scherm verschijnt. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) >...
Als u Norton Internet Security wilt openen of meer informatie over de software wilt weergeven, selecteert u Start > Alle programma's > Norton Internet Security. OPMERKING: HP adviseert u om altijd updates van de antivirussoftware uit te voeren om de computer beter te beveiligen. OPMERKING: Voor meer informatie over computervirussen typt u virus in het vak Zoeken van Help en ondersteuning.
Firewallsoftware gebruiken Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, kunnen anderen op ongeoorloofde wijze toegang krijgen tot de computer, uw persoonlijke bestanden en informatie over u. Bescherm uw privacy met de firewallsoftware die vooraf op de computer is geïnstalleerd. Firewalls bevatten voorzieningen zoals logboek- en rapportagefuncties van netwerkactiviteiten en automatische bewaking van al het inkomende en uitgaande gegevensverkeer.
Essentiële updates installeren VOORZICHTIG: Microsoft verstuurt waarschuwingsberichten over essentiële updates. Als u de computer wilt beschermen tegen beveiligingsschendingen en computervirussen, installeert u alle essentiële updates van Microsoft zodra u een waarschuwingsbericht ontvangt. Sinds de computer is afgeleverd, zijn er mogelijk updates beschikbaar gekomen voor het besturingssysteem en andere software.
10 Software-updates Mogelijk zijn op de website van HP updates beschikbaar van de software die bij de computer is geleverd. De meeste software en BIOS-updates op de website van HP zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaqs worden genoemd. Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie over de installatie en het oplossen van problemen.
BIOS updaten U kunt het BIOS updaten door eerst vast te stellen welke BIOS-versie u momenteel heeft en vervolgens het nieuwe BIOS te downloaden en te installeren. BIOS-versie vaststellen Als u wilt vaststellen of er een recentere BIOS-versie beschikbaar is voor uw computer, moet u weten welke versie van het systeem-BIOS momenteel is geïnstalleerd.
Pagina 88
U downloadt een BIOS-update als volgt: Ga op de website van HP naar de pagina die de software voor uw computer bevat: Selecteer Start > Help en ondersteuning > Maintain (Onderhouden) en selecteer de optie voor het updaten van software en stuurprogramma's.
U kunt andere software dan een BIOS-update als volgt downloaden en installeren: Ga op de website van HP naar de pagina die de software voor uw computer bevat: Selecteer Start > Help en ondersteuning en selecteer de optie voor het updaten van software en stuurprogramma's.
11 Setupprogramma Setupprogramma starten Het setupprogramma is een ROM-hulpprogramma voor gegevens over en aanpassingen van het systeem dat u ook kunt gebruiken als het besturingssysteem Windows niet werkt. Met dit hulpprogramma kunt u informatie over de computer weergeven en kunt u instellingen opgeven voor opstartprocedures, beveiliging en andere voorkeuren.
Navigeren en selecteren in het setupprogramma Omdat het setupprogramma geen Windows-hulpprogramma is, biedt het geen ondersteuning voor het touchpad. In het setupprogramma kunt u navigeren en selecteren met het toetsenbord. ● Gebruik de pijltoetsen om een menu of menuonderdeel te kiezen. ●...
Setupprogramma afsluiten Bij het afsluiten van het setupprogramma geeft u aan of u de wijzigingen al dan niet wilt opslaan. ● U kunt als volgt het setupprogramma afsluiten en de wijzigingen van de huidige sessie opslaan: Als de menu's van het setupprogramma niet worden weergegeven, drukt u op om terug te gaan naar de menuweergave.
5 seconden (0, 5, 10, 15, 20). ● HP QuickWeb: hiermee kunt u HP QuickWeb tijdens het het opstarten in-/uitschakelen. Stel de wachttijd in voor de gebruiker om Windows te starten. ●...