Pagina 2
Het SD-logo is een handelsmerk beschikbaar. van de desbetreffende houder. Voor de recentste informatie in de Mini - De informatie in deze documentatie kan gebruikershandleiding gaat u naar de zonder kennisgeving worden gewijzigd. De website van HP op http://www.hp.com/...
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! Werk niet met de computer op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van de computer niet, om de kans op letsel door hitte of oververhitting van de computer te beperken. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding).
Inhoudsopgave 1 Aan de slag ..............................1 2 Onderdelen herkennen ........................... 2 Hardware herkennen ..........................2 Onderdelen aan de bovenkant .................... 2 Touchpad ......................2 Lampjes ....................... 3 Toetsen ....................... 4 Onderdelen aan de voorkant ....................4 Onderdelen aan de rechterkant ................... 5 Onderdelen aan de linkerkant ....................
Pagina 6
Accuwerktijd maximaliseren ....................21 Omgaan met een lage acculading ..................21 Lage acculading herkennen ................21 Problemen met lage acculading verhelpen ............22 Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is ................... 22 Lage acculading verhelpen wanneer een opgeladen accu beschikbaar is ...................
Pagina 7
Multimediasoftware ..........................38 Andere vooraf geïnstalleerde multimediasoftware gebruiken ..........38 Multimediasoftware installeren vanaf internet ..............38 Audio ..............................38 Externe audioapparatuur aansluiten .................. 38 Audiofuncties controleren ....................39 Video ..............................39 Externe monitor of projector aansluiten ................40 Webcam ............................. 41 6 Beveiliging ..............................
Pagina 8
10 Schijfeenheden ............................55 Geïnstalleerde schijfeenheden herkennen ..................55 Omgaan met schijfeenheden ......................55 Externe schijfeenheden gebruiken ..................... 56 Optionele externe apparaten gebruiken ................57 11 Geheugenmodules ............................58 12 Setup Utility ..............................61 Setup Utility starten ..........................61 Setup Utility gebruiken ........................61 Taal van Setup Utility wijzigen ...................
Aan de slag Het hoofdbesturingssysteem van uw HP computer is SuSE Linux Enterprise Desktop. Het besturingssysteem geeft het bureaublad weer op het beeldscherm en bestuurt de hardware, randapparatuur en software van de computer.
Onderdelen herkennen Hardware herkennen De samenstelling van de computer verschilt per regio/land en per model. Op de afbeeldingen in dit hoofdstuk worden de standaardvoorzieningen van de meeste computermodellen weergegeven. U geeft als volgt een overzicht weer van de hardware die in de computer is geïnstalleerd: Selecteer Computer >...
Onderdeel Beschrijving Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis. Lampjes Onderdeel Beschrijving ● Touchpadlampje Aan: het touchpad is uitgeschakeld. ●...
Toetsen Onderdeel Beschrijving Actietoetsen Hiermee kunt u veelgebruikte systeemfuncties uitvoeren. fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een actietoets of de esc-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. OPMERKING: De toetsencombinatie fn+esc geeft systeeminformatie weer, zoals de naam en het serienummer van het product, en bespaart u de moeite de accu te verwijderen om het serienummer te bekijken.
Onderdelen aan de rechterkant Onderdeel Beschrijving Mediakaartlezer Ondersteunt de volgende types optionele digitale kaarten: ● Memory Stick (MS) ● MS/Pro ● MultiMediaCard (MMC) ● Secure Digital High Capacity-geheugenkaart (SDHC) (standaardformaat en groot formaat) ● xD-Picture Card ● Aan/uit-lampje Wit: de computer staat aan. ●...
Onderdeel Beschrijving Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: de ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt.
Onderdeel Beschrijving Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: de ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt.
Onderdeel Beschrijving Interne beeldschermschakelaar Wanneer u het beeldscherm sluit terwijl de computer is ingeschakeld, wordt de beeldschermschakelaar ingedrukt en wordt de slaapstand geactiveerd. OPMERKING: de beeldschermschakelaar is niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik. Webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken.
Het afdekpaneel verwijderen Door het afdekpaneel te verwijderen krijgt u toegang tot de geheugenmodule, het SIM-kaartslot, het label met kennisgevingen en andere componenten. Het afdekpaneel verwijderen: Koppel de computer los van de netvoeding. De accu verwijderen. OPMERKING: kijk voor meer informatie in de paragraaf "Accu plaatsen of verwijderen", verderop in deze handleiding.
Maak de linkerkant van het afdekpaneel los (2) door dit een beetje uit de behuizing te tillen. Til de onderrand van het afdekpaneel (1) op onder een hoek, en til het afdekpaneel vervolgens uit de behuizing (2). Het afdekpaneel terugplaatsen Plaats het afdekpaneel terug nadat u toegang hebt gekregen tot de geheugenmodule, het SIM- kaartslot, het label met kennisgevingen en andere belangrijke componenten.
Pagina 19
Zet de achterste rand van het afdekpaneel in de achterste rand van de computer door de zes tabs van het afdekpaneel boven de gleuven in de behuizing te brengen, en deze vervolgens in de gleuven (2) te steken. Draai de voorste rand (1) van het afdekpaneel naar beneden en druk het afdekpaneel vervolgens stevig in de behuizing van de computer totdat het op zijn plaats klikt (2).
Antennes voor draadloze communicatie Onderdeel Beschrijving WWAN-antennes (2) (alleen bepaalde Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en modellen)* ontvangen om te communiceren met draadloze WAN's (WWAN's, wireless wide area networks). WLAN-antennes (2) (alleen bepaalde Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en modellen)* ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's (WLAN's, wireless local-area networks).
Aanvullende hardwareonderdelen Onderdeel Beschrijving Netsnoer* Hiermee sluit u een netvoedingsadapter aan op een stopcontact. Netvoedingsadapter Hiermee wordt netvoeding omgezet in gelijkstroom. Accu* Hiermee kunt u de computer op accuvoeding laten werken als de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron. *Het uiterlijk van accu's en netsnoeren verschilt per regio en land.
Pagina 22
◦ Het serienummer van uw HP module voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen). Het label met kennisgevingen bevindt zich onder het afdekpaneel van de computer. Om toegang te krijgen tot het label met de kennisgevingen in de computer, gaat u naar de paragraaf "Het afdekpaneel verwijderen", eerder in deze handleiding.
Energiebeheer Opties voor energiebeheer instellen Standen voor energiebesparing gebruiken Voor de computer zijn standaard twee voorzieningen voor energiebesparing ingeschakeld: de slaapstand en de hibernationstand. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knippert het aan/uit-lampje en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen. Het beëindigen van de slaapstand gaat sneller dan het beëindigen van de hibernationstand.
Hibernationstand activeren en beëindigen Standaard wordt de hibernationstand geactiveerd wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt. OPMERKING: de hibernationstand wordt niet geactiveerd als de computer op externe voeding werkt. OPMERKING: sla uw werk op gezette tijden op, om het risico van gegevensverlies te verminderen. U kunt de instellingen voor energiebeheer en de wachttijden wijzigen in het onderdeel Power Management (Energiebeheer) in Control Center (Besturingscentrum).
Externe netvoeding wordt geleverd via een goedgekeurde netvoedingsadapter. WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter, of een door HP geleverde compatibele adapter. Sluit de computer aan op een externe netvoedingsbron in de volgende situaties: WAARSCHUWING! Laad de accu niet op aan boord van een vliegtuig.
WAARSCHUWING! Gebruik uitsluitend de volgende producten om beveiligingsrisico's te beperken: de bij de computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij HP. De levensduur van de accu kan verschillen, afhankelijk van instellingen voor energiebeheer, geopende programma's, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op de computer is aangesloten en andere factoren.
Accu plaatsen of verwijderen VOORZICHTIG: bij het verwijderen van een accu die de enige beschikbare voedingsbron vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op en activeer de hibernationstand of schakel de computer uit via het besturingssysteem voordat u de accu verwijdert. Zo voorkomt u dat er gegevens verloren gaan.
Verschuif de accu-ontgrendelingen (1) om de accu los te koppelen, til de accu op (2) en verwijder de accu. Accu opladen WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. De accu wordt opgeladen wanneer de computer is aangesloten op een externe voedingsbron via een netvoedingsadapter of een optionele voedingsadapter.
Het acculampje geeft als volgt de status van de acculading aan: ● Uit: de computer werkt op accuvoeding. ● Wit knipperend: de accu is bijna leeg of heeft een kritiek laag ladingsniveau bereikt, of er is een accufout. ● Oranje: er wordt een accu opgeladen. ●...
Problemen met lage acculading verhelpen VOORZICHTIG: wanneer de hibernationstand wordt geactiveerd omdat het ladingsniveau van de accu kritiek laag is geworden, moet u wachten met het herstellen van de voeding totdat het aan/uit- lampje uit is. Zo beperkt u gegevensverlies. Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is ▲...
U laadt de accu als volgt volledig op: Plaats de accu in de computer. Sluit een netvoedingsadapter aan op de computer en sluit de adapter vervolgens aan op een externe voedingsbron. Het acculampje van de computer wordt oranje. Zorg dat de computer op de externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is opgeladen.
Stap 4: Laad de accu opnieuw volledig op U laadt de accu als volgt opnieuw op: Zorg dat de computer op een externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, wordt het acculampje op de computer wit. U kunt de computer gewoon gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen, maar het opladen gaat sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
Bewaar de accu op een koele en droge plaats, zodat de accu langer opgeladen blijft. OPMERKING: een opgeslagen accu moet om de zes maanden worden gecontroleerd. Als het ladingspercentage minder dan 50 procent is, moet u de accu opladen voordat u deze weer opbergt. Kalibreer een accu die een maand of langer opgeborgen is geweest voordat u deze in gebruik neemt.
Internet De computer ondersteunt de volgende types internettoegang: ● Bekabeld: u krijgt toegang tot internet door via de RJ-45-netwerkconnector verbinding te maken met een breedbandnetwerk. ● Draadloos: voor mobiele toegang tot internet gebruikt u een draadloze verbinding. Raadpleeg het gedeelte "Verbinding maken met een draadloos netwerk" voor informatie over het instellen van een draadloos netwerk of het toevoegen van de computer aan een bestaand draadloos netwerk.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk Om de computer aan te sluiten op een lokaal netwerk (LAN), is een (afzonderlijk aan te schaffen) 8- pins RJ-45-netwerkconnector nodig. Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (1) bevat, wat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord, sluit u de kabel aan op de computer met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt (2).
● HP module voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen): een draadloos WWAN-apparaat (wireless wide area network) dat toegang biedt tot informatie op elke plek waar mobiele netwerkservices beschikbaar zijn. In een WWAN communiceert elk mobiel apparaat met het basisstation van een aanbieder van mobiele netwerkdiensten.
Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken U kunt de apparaten voor draadloze communicatie in de computer op een van de volgende manieren in- of uitschakelen: ● voorzieningen van het besturingssysteem: dit is de aanbevolen methode; ● Actietoets voor draadloze communicatie. Actietoets voor draadloze communicatie gebruiken De computer heeft een actietoets voor draadloze communicatie (f12), een of meer apparaten voor draadloze communicatie en een lampje voor draadloze communicatie.
OPMERKING: de termen draadloze router en draadloos toegangspunt worden vaak door elkaar gebruikt. ● Grote draadloze netwerken, zoals draadloze bedrijfsnetwerken en openbare draadloze netwerken, werken meestal met draadloze toegangspunten, die een groot aantal apparaten en accessoires ondersteunen en kritieke netwerkfuncties kunnen afschermen. ●...
Pagina 39
Wanneer u een draadloos netwerk installeert of verbinding maakt met een bestaand draadloos netwerk, is het altijd belangrijk de beveiligingsvoorzieningen in te schakelen om het netwerk te beveiligen tegen onbevoegde toegang. De gangbare beveiligingsniveaus zijn Wi-Fi Protected Access (WPA)-Personal en Wired Equivalent Privacy (WEP). Aangezien draadloze radiosignalen tot buiten het netwerk reiken, kunnen andere WLAN-apparaten onbeschermde signalen opvangen en (onuitgenodigd) verbinding maken met uw netwerk of informatie opvangen die via het netwerk wordt verzonden.
Verbinding maken met een WLAN U maakt als volgt verbinding met het WLAN: Zorg dat het WLAN-apparaat aanstaat. Als het aanstaat brandt het draadloze lampje wit. Wanneer het lampje voor draadloze communicatie uit is,drukt u op de actietoets om de draadloze verbinding te activeren.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken Een Bluetooth-apparaat maakt draadloze communicatie over korte afstanden mogelijk, ter vervanging van communicatie via de gebruikelijke fysieke kabels tussen elektronische apparaten zoals de volgende: ● computers (desktopcomputer, notebookcomputer, pda) ● telefoons (mobiele telefoons, gecombineerde gsm/pda's (smartphones)) ●...
Multimedia Multimediavoorzieningen De computer bevat multimediavoorzieningen waarmee u muziek kunt beluisteren, naar films kunt kijken en afbeeldingen en foto's kunt bekijken. De computer beschikt mogelijk over de volgende multimediacomponenten: ● geïntegreerde stereoluidsprekers om muziek te beluisteren; ● geïntegreerde webcam waarmee u foto's en video's kunt vastleggen; ●...
Pagina 43
Onderdeel Beschrijving Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik. Webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. OPMERKING: om video's op te kunnen nemen, moet speciale webcamsoftware zijn geïnstalleerd. Interne microfoon Hiermee kunt u geluid opnemen. Luidsprekers (2) Hiermee wordt het computergeluid weergegeven. Actietoets geluid uit (f11)
Onderdeel Beschrijving Actietoets geluid zachter (f9) Hiermee verlaagt u het geluidsvolume. Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audio- Hierop kunt u een audioapparaat aansluiten, zoals ingang (microfoon) optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel, om het computergeluid via dat apparaat weer te geven.
– of – Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Volume in het systeemvak en klik op Open Volume Control (Volumeregeling openen). In de kolom Master (Hoofd) zet u het geluid harder of zachter door de schuifregelaar omhoog of omlaag te bewegen. U kunt het geluid ook uitschakelen door op het pictogram Mute (Dempen) te klikken.
Multimediasoftware Op de computer staat vooraf geïnstalleerde multimediasoftware. Afhankelijk van de hardware en software die bij de computer is geleverd, worden de volgende multimediataken ondersteund: ● digitale media afspelen, waaronder audio- en video-cd's, audio- en video-dvd's en internetradio; ● gegevens-cd's samenstellen of kopiëren; ●...
Als u externe apparaten zoals externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headsetmicrofoon wilt aansluiten, raadpleegt u de bij het apparaat verstrekte informatie. Voor optimale resultaten zijn de volgende tips van belang: ● Zorg dat de apparaatkabel een connector met vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon) als audio-in (microfoon) ondersteunt.
● afbeeldingen en video's bewerken voor presentaties; ● externe videoapparatuur aansluiten. Externe monitor of projector aansluiten De (afzonderlijk aan te schaffen) VGA-kabel dient om een extern weergaveapparaat, zoals een monitor of projector, aan te sluiten op de externemonitorpoort van de computer. U sluit als volgt een externe monitor of projector aan: Sluit de optionele VGA-kabel aan op de externemonitorpoort van de computer.
Webcam De computer heeft een geïntegreerde webcam, die zich bovenaan het beeldscherm bevindt. De webcam is een invoerapparaat waarmee u video's kunt opnemen en foto's kunt vastleggen. OPMERKING: controleer of er specifieke software voor gebruik met de geïntegreerde webcam is geïnstalleerd.
Beveiliging Computer beveiligen De beveiligingsfuncties van uw computer beschermen uw computer, persoonlijke informatie en gegevens tegen diverse gevaren. De manier waarop u de computer gebruikt bepaalt welke beveiligingsfuncties u nodig heeft. Volg de procedures in dit hoofdstuk voor het gebruik van de volgende voorzieningen: ●...
U kunt hetzelfde wachtwoord gebruiken voor een voorziening van Setup Utility en een beveiligingsvoorziening van het besturingssysteem. U kunt ook hetzelfde wachtwoord gebruiken voor meerdere voorzieningen in Setup Utility. Volg de onderstaande richtlijnen wanneer u een wachtwoord instelt in Setup Utility: ●...
Beheerderswachtwoord Met uw beheerderswachtwoord beveiligt u de configuratie-instellingen en de systeemidentificatiegegevens in Setup Utility. Als dit wachtwoord is ingesteld, moet u het wachtwoord opgeven om Setup Utility te kunnen openen. Uw beheerderswachtwoord is niet hetzelfde als een hoofdwachtwoord dat is ingesteld in het besturingssysteem.
Opstartwachtwoord beheren U kunt dit wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of verwijderen: Open Setup Utility door de computer aan te zetten of opnieuw te starten en op te drukken wanneer het setupbericht "F10 = BIOS Setup Options" (F10 = BIOS Setup-opties) linksonder op het scherm verschijnt.
Firewallsoftware gebruiken Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, kunnen anderen op ongeoorloofde wijze toegang krijgen tot de computer, uw persoonlijke bestanden en informatie over u. Bescherm uw privacy met de firewallsoftware die vooraf op de computer is geïnstalleerd. ▲...
Automatische online updates instellen OPMERKING: er moet een netwerkverbinding zijn om automatische online updates te kunnen ontvangen. U stelt automatische online updates als volgt in: Selecteer Computer > Control Center (Besturingscentrum) > YaST > Security and Users (Beveiliging en gebruikers) > Automatic Online Update (Automatische online update). Schakel het selectievakje Enable Automatic Update (Automatische update inschakelen) in.
Digitale kaarten Met optionele digitale kaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen apparatuur met digitale media, zoals camera's en PDA's, en tussen andere apparaten. Het digitalemediaslot ondersteunt de volgende kaarttypes: ●...
Plaats de kaart in het digitalemediaslot en druk de kaart vervolgens aan totdat deze goed op zijn plaats zit. U hoort een geluidssignaal als het apparaat is gedetecteerd, en er kan een menu met beschikbare opties verschijnen. Digitale kaart verwijderen VOORZICHTIG: controleer voordat u de digitale kaart verwijdert of die op dat moment niet is geopend, anders kunnen er gegevens verloren gaan of kan het systeem vastlopen.
USB-apparaten USB-apparaat gebruiken USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een optioneel extern apparaat aan te sluiten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -drive, -printer, -scanner of -hub. Apparaten kunnen worden aangesloten op het systeem. Voor bepaalde USB-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal met het apparaat meegeleverd.
USB-apparaat verwijderen VOORZICHTIG: voordat u een USB-apparaat verwijdert, controleert u of u geen toegang tot dit apparaat heeft gevraagd, anders kunnen er gegevens verloren gaan of kan uw systeem vastlopen. VOORZICHTIG: trek niet aan de kabel om een USB-apparaat los te koppelen, om beschadiging van de USB-connector te voorkomen.
Aanwijsapparaten en toetsenbord Aanwijsapparaten gebruiken Touchpad gebruiken Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u uw vinger over het oppervlak van het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt bewegen. Gebruik de knoppen van het touchpad zoals u de knoppen op een externe muis zou gebruiken.
Pictogram Beschrijving fn + f1 Hiermee opent u Gnome Desktop-Help Wanneer u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid steeds verder verlaagd. Wanneer u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid steeds verder verhoogd. Hiermee schakelt u tussen de beeldschermen als er meerdere weergaveapparaten op het systeem zijn aangesloten.
Pagina 62
Functie Hotkey Beschrijving Hiermee geeft u systeeminformatie fn+esc Hiermee geeft u informatie weer over de weer. hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeem-BIOS. U kunt als volgt een hotkeyopdracht gebruiken op het toetsenbord van de computer: ● Druk kort op en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht.
10 Schijfeenheden Geïnstalleerde schijfeenheden herkennen ▲ Ga als volgt te werk om na te gaan welke schijfeenheden in de computer zijn geïnstalleerd: klik op Computer > System Monitor (Systeemmonitor) > File Systems (Bestandssystemen). Omgaan met schijfeenheden Schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Lees de volgende waarschuwingen voordat u schijfeenheden hanteert.
VOORZICHTIG: neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een schijfeenheid en van gegevensverlies te beperken: Activeer de slaapstand en wacht tot het scherm leeg is, of ontkoppel de externe vaste schijf op de correcte wijze, voordat u een computer verplaatst waarop een externe vaste schijf is aangesloten.
Optionele externe apparaten gebruiken OPMERKING: raadpleeg de instructies van de fabrikant voor meer informatie over de vereiste software en stuurprogramma's en over de poort op het apparaat die moet worden gebruikt. U sluit een extern apparaat als volgt aan: VOORZICHTIG: zorg dat de computer is uitgeschakeld en dat het netsnoer is losgekoppeld om het risico van schade aan de apparatuur bij aansluiting van een apparaat met eigen voeding te beperken.
11 Geheugenmodules De computer beschikt over één compartiment voor geheugenmodules. Dit bevindt zich onderaan de computer, onder het afdekpaneel. De geheugencapaciteit van de computer kan worden uitgebreid door de bestaande geheugenmodule in de geheugenmodulegleuf te vervangen. WAARSCHUWING! Koppel het netsnoer los en verwijder alle accu's voordat u een geheugenmodule plaatst, om het risico van een elektrische schok of schade aan de apparatuur te beperken.
Pagina 67
Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. Bewaar een verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te beschermen. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule: VOORZICHTIG: houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
Pagina 68
Kantel de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden, waarbij u op de linker- en rechterrand van de module drukt, totdat de borgklemmetjes vastklikken. VOORZICHTIG: zorg ervoor dat u de geheugenmodule niet buigt, om schade aan de module te voorkomen. Volg de aanwijzingen in de paragraaf "Het afdekpaneel verwijderen", eerder in deze handleiding. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe apparaten weer aan.
12 Setup Utility Setup Utility starten Setup Utility is een ROM-hulpprogramma voor gegevens over en aanpassingen van het systeem dat u ook kunt gebruiken als het besturingssysteem niet werkt. Met dit hulpprogramma kunt u informatie over de computer weergeven en kunt u instellingen opgeven voor opstartprocedures, beveiliging en andere voorkeuren.
Navigeren en selecteren in Setup Utility Setup Utility is niet afhankelijk van het besturingssysteem en daarom wordt het touchpad niet ondersteund. In Setup Utility kunt u navigeren en selecteren met het toetsenbord. ● Gebruik de pijltoetsen om een menu of menuonderdeel te kiezen. ●...
Setup Utility afsluiten Bij het afsluiten van Setup Utility geeft u aan of u de wijzigingen al dan niet wilt opslaan. ● U kunt Setup Utility als volgt afsluiten en de wijzigingen van de huidige sessie opslaan: Als de menu's van Setup Utility niet worden weergegeven, drukt u op om terug te gaan naar de menuweergave.
Setup Utility instellen in intervallen van 5 seconden (0, 5, 10, 15, 20). ● HP Instant Web: hiermee kunt u het HP Instant Web-menu in Setup Utility inschakelen/uitschakelen. ● Internal Network Adapter boot (Opstarten vanaf interne netwerkadapter): hiermee kunt u het opstarten vanaf een interne netwerkadapter in-/uitschakelen.