7. Rijaccu voor het voertuig laden
De rijaccu is bij levering normaliter leeg en moet worden opgeladen. Voordat een rijaccu zijn maximale
capaciteit zal leveren, moet deze meerdere keren worden ontladen en opgeladen.
• Neem de rijaccu voor de oplaadsessie uit het voertuig.
• Steek het laadapparaat in een geschikt contactdoos (wandcontactdoos). De LED op het laadapparaat brandt groen.
• Verbind de rijaccu met de aansluitstekker van het laadapparaat tot de stekker vastklikt. Stekker en bus zijn door de
speciale vorm beveiligd tegen verpoling.
Gebruik bij het aansteken van de rijaccu aan het laadapparaat geen geweld. De steekverbinding kan met
zeer weinig kracht worden gemaakt.
• Onmiddellijk na het verbinden van de rijaccu aan het laadapparaat begint het opladen. Terwijl de accu wordt opge-
laden, brandt de LED op het laadapparaat rood.
Het opladen van een deels ontladen NiMH-accu is geen probleem. Het vooraf ontladen is niet nodig.
• Plaats de rijaccu bij het opladen op een hittebestendig, onbrandbaar oppervlak. Bescherm kostbare meubelopper-
vlakken met behulp van een geschikte onderlegger tegen krassporen, drukpunten of verkleuringen.
• Het laadapparaat warmt tijdens de werking op. Let daarom altijd op dat er voldoende verluchting is voor het laadap-
paraat. Dek het tijdens gebruik nooit af. Hetzelfde geldt voor de rijaccu.
• Het opladen van een volledig lege rijaccu duurt ca. 3 - 4 uur.
• Wanneer het laden klaar is, brandt de LED op het laadapparaat groen. Scheid de accu van het laadapparaat. Druk
hiertoe op de vergrendelingshaak aan de zijkant van de stekker van het laadapparaat zodat u de steekverbinding
kunt ontkoppelen. Gebruik bij het ontkoppelen geen geweld.
• Sluit nu ofwel een bijkomende lege rijaccu aan om aan het laadapparaat op te laden of ontkoppel het laadapparaat
van de netspanning, trek het uit de contactdoos. Bewaar het laadapparaat op een droge, koele, stofvrije plaats die
voor kinderen niet toegankelijk is.
Accu's worden tijdens het laden of ontladen warm (tijdens het rijden van het voertuig). Laad de accu's pas
op, als deze afgekoeld zijn tot op kamertemperatuur. Hetzelfde geldt na het laden; gebruik de accu in het
voertuig pas als deze na het laden voldoende is afgekoeld.
65