8.2
Product inschakelen
▶
Schakel in het gebouw alle scheidingsschakelaars in die
met het product zijn verbonden.
8.3
Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren
Opgelet!
Kans op materiële schade door minder-
waardige verwarmingswater
▶
Zorg voor verwarmingswater van vol-
doende kwaliteit.
▶
Voor u de installatie vult of bijvult, dient u de kwaliteit van
het verwarmingswater te controleren.
Kwaliteit van het cv-water controleren
▶
Neem een beetje water uit het CV-circuit.
▶
Controleer visueel het cv-water.
▶
Als u sedimenterende stoffen vaststelt, dan moet u de
installatie spuien.
▶
Controleer met een magneetstaaf of er magnetiet
(ijzeroxide) voorhanden is.
▶
Als u magnetiet vaststelt, reinig de installatie dan en
neem de nodige maatregelen voor de corrosiebescher-
ming (bijv. magnetietafscheider inbouwen).
▶
Controleer de pH-waarde van het afgetapte water bij
25 °C.
▶
Bij waarden onder 8,2 of boven 10,0 reinigt u de installa-
tie en conditioneert u het verwarmingswater.
▶
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het verwarmingswater
kan dringen.
Vul- en bijvulwater controleren
▶
Meet de hardheid van het vul- en bijvulwater voor u de
installatie vult.
Vul- en bijvulwater conditioneren
▶
Neem voor de conditionering van het vul- en suppletie-
water de geldende nationale voorschriften en technische
regels in acht.
Voor zover nationale voorschriften en technische regelingen
geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
u moet het vul- en bijvulwater conditioneren
–
als de volledige vul- en bijvulwaterhoeveelheid tijdens de
gebruiksduur van de installatie het drievoudige van het
nominale volume van de CV-installatie overschrijdt of
–
als de pH-waarde van het CV-water onder 8,2 of boven
10,0 ligt of
–
wanneer de in de volgende tabel genoemde richtwaarden
niet worden aangehouden.
Totaal
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
verwar-
mings-
vermo-
≤ 20 l/kW
gen
mol/
kW
°dH
m³
2)
geen
geen
≤ 50
≤ 16,8
≤ 3
3)
≤ 50
≤ 11,2
≤ 2
> 50 tot
≤ 200
172
> 20 l/kW
> 40 l/kW
≤ 40 l/kW
mol/
°dH
°dH
mol/m³
m³
≤ 3,0
< 0,3
< 0,05
≤ 16,8
≤ 8,4
≤ 1,5
< 0,3
< 0,05
≤ 5,6
≤ 1,0
< 0,3
< 0,05
Totaal
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
verwar-
mings-
vermo-
≤ 20 l/kW
gen
kW
°dH
≤ 8,4
> 200 tot
≤ 600
> 600
< 0,3
1) Liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij meerketelin-
stallaties moet het kleinste individuele vermogen ingezet worden.
2) Specifieke waterinhoud van de warmteopwekker ≥ 0,3 l per
kW.
3) Specifieke waterinhoud van de warmteopwekker < 0,3 l per
kW (bijv. circulatiewaterverwarmer) en installaties met elektri-
sche verwarmingselementen.
Geldigheid: Oostenrijk OF Estland OF Litouwen OF Nederland
Opgelet!
Kans op materiële schade door verrij-
king van het verwarmingswater met on-
geschikte additieven!
Ongeschikte additieven kunnen veranderin-
gen aan componenten, geluiden in de CV-
functie en evt. verdere gevolgschade veroor-
zaken.
▶
Gebruik geen ongeschikte antivries- en
corrosiewerende middelen, biociden en
afdichtmiddelen.
Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden
met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
▶
Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
Additieven voor reinigingsmaatregelen
(aansluitend uitspoelen vereist)
–
Adey MC3+
–
Adey MC5
–
Fernox F3
–
Sentinel X 300
–
Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
–
Adey MC1+
–
Fernox F1
–
Fernox F2
1)
–
Sentinel X 100
–
Sentinel X 200
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
–
Adey MC ZERO
–
Fernox Antifreeze Alphi 11
–
Sentinel X 500
▶
Informeer de gebruiker over de nodige maatregelen als u
bovengenoemde additieven heeft gebruikt.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020299005_09
> 20 l/kW
≤ 40 l/kW
mol/
mol/
°dH
°dH
m³
m³
≤ 1,5
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
< 0,3
1)
> 40 l/kW
mol/m³
< 0,05
< 0,05