2) Gebruik in de elektrische apparaten
alleen accu's die daarvoor zijn
bestemd. Gebruik van andere accu's kan
letsel en brandgevaar veroorzaken .
3) Houd de niet gebruikte accu uit
de buurt van paperclips, munten,
sleutels, spijkers, schroeven, of
andere kleine metalen voorwerpen
die kortsluiting kunnen veroor-
zaken. Kortsluiting tussen accupolen kan
brandwonden of brand veroorzaken .
4) Bij onjuist gebruik kan vloeistof uit
de accu naar buiten lekken. Vermijd
contact daarmee. Bij toevallig
contact met water afspoelen.
Als de vloeistof in de ogen komt,
raadpleeg dan bovendien een arts.
Lekkende vloeistof kan irritatie van de huid of
brandwonden veroorzaken .
5) Gebruik geen beschadigde of
gemodificeerde accu's. Beschadigde
of gemodificeerde accu's kunnen zich
onvoorspelbaar gedragen en kunnen gevaar
voor brand, explosies of letsel veroorzaken
6) Stel accu's niet bloot aan vuur
en hoge temperaturen. Vuur of
temperaturen van meer dan 130 °C kunnen
een explosie veroorzaken .
7) Volg alle aanwijzingen voor
het opladen op en laad de accu
of het op een accu werkend
apparaat nooit op buiten het in de
gebruikshandleiding aangegeven
temperatuurbereik. Onjuist opladen of
opladen bij te hoge of te lage temperaturen
kan de accu beschadigen en het
brandgevaar vergroten .
Service
Laat uw elektrische apparaat alleen
1)
door gekwalificeerde vakmensen
en uitsluitend met originele
reserveonderdelen repareren.
Daarmee wordt verzekerd dat de veiligheid
van het elektrische apparaat behouden blijft .
36 NL/BE
2) Verricht geen onderhoud aan
beschadigde accu's. Alle onderhoud van
accu's mag alleen door de fabrikant of zijn
daartoe gemachtigde klantendienst verricht
worden .
Veiligheidsaanwijzingen voor
boormachines
1. Veiligheidsaanwijzingen voor alle
soorten werk
Houd het elektrische apparaat
1)
alleen vast aan geïsoleerde grepen
als u werkt verricht waarbij het
inzetgereedschap de schroeven van
verborgen elektrische leidingen
kan raken. Door contact met onder
spanning staande leidingen kunnen ook
metalen onderdelen van het apparaat onder
spanning komen te staan en daardoor
elektrische schokken veroorzaken .
2. Veiligheidsaanwijzingen bij gebruik
van lange boren
Werk nooit met een hoger toerental
1)
dan het voor de boor maximaal
toegestane toerental. Bij hogere
toerentallen kan de boor gemakkelijk
verbuigen als deze, zonder contact met
het object waaraan gewerkt wordt, vrij
kan draaien en zo verwondingen kan
veroorzaken .
2) Begin altijd met een lager toerental
te boren en zorg er altijd voor dat
de boor contact maakt met het
object waaraan gewerkt wordt. Bij
hogere toerentallen kan de boor gemakkelijk
verbuigen als deze, zonder contact met
het object waaraan gewerkt wordt, vrij
kan draaien en zo verwondingen kan
veroorzaken .
3) Oefen geen te grote druk uit en
doe dat alleen in de lengterichting
van de boor. Boren kunnen verbuigen en
daardoor breken of tot controleverlies en
verwondingen leiden .