Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
Toerental
Max
Bovenband
Min
Startvertraging [399]
Afb. 69 Bovenbandlimiet
Onderbandlimiet [39C]
Als het toerental van de pomp de onderbandlimiet bereikt,
wordt de 'toppomp' onmiddellijk stopgezet zonder
vertraging. Bij gebruik van een stopvertraging wordt deze
vertraging genegeerd. Het bereik loopt van 0%,
overeenkomend met minimaal toerental, tot het ingestelde
percentage voor de onderband [398].
39C Onder Bd Lim
Stp
Standaard: 0%
0 - onderbandniveau. 0% (=MIN toeren) houdt
Bereik:
in dat de limietfunctie is uitgeschakeld.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
CG Drives & Automation,01-5666-03r1
43171
169/75
4c63
19555
Lang, 1=1%
EInt
volgende pomp start
meteen
Bovenband
limiet [39B]
Flow/Druk
(NG_50-PC-14_2)
0%
43172
169/76
4c64
19556
Lang, 1=1%
EInt
Toerental
Max
"bovenste" pomp stopt
meteen
Onderband
Min
Stopvertraging [39A]
Afb. 70 Onderbandlimiet
Insteltijdstart [39D]
De insteltijd biedt het proces de gelegenheid om zich,
voordat de pompregeling doorgaat, te stabiliseren nadat een
pomp is ingeschakeld. Als een extra pomp D.O.L. (Direct
Δ
On Line) of Y/
wordt gestart, kan de flow of druk nog
,
steeds fluctueren door de 'ruwe' start/stop-methode. Dit kan
leiden tot het onnodig starten en stopzetten van extra
pompen.
Tijdens de insteltijd geldt het volgende:
• De PID-regelaar is uit.
• Het toerental wordt op een vast niveau gehouden na toe-
voeging van een pomp.
39D Instel Start
Stp
Standaard: 0 s
Bereik:
0-999 s
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
Onderband
limiet [39C]
Flow/Druk
(NG_50-PC-15_2)
0s
43173
169/77
4c65
19557
Lang, 1=1 s
EInt
Functiebeschrijving
121