–
Beschadigde schakelaars moeten op een klantenservice-
afdeling vervangen worden.
–
Gebruik geen defecte of beschadigde aansluitkabels.
–
Gebruik geen elektrisch gereedschap, waarbij de scha-
kelaar niet in- en uitgeschakeld kan worden.
21 Opgelet!
–
Het gebruik van ander elektrisch gereedschap en van
andere toebehoren kan een gevaar voor verwondingen
voor u betekenen.
22 Laat uw elektrisch gereedschap door een vakkun-
dige elektromonteur repareren
–
Dit elektrische gereedschap voldoet aan de ter zake
geldende veiligheidsbepalingen. Reparaties mogen
uitsluitend op een gespecialiseerde werkplaats uitgevoerd
worden doordat er originele reserveonderdelen gebruikt
worden; in het andere geval kunnen er ongevallen voor
de gebruiker ontstaan.
Extra veiligheidsaanwijzingen
1
Voorzorgsmaatregelen
–
Waarschuwing! Beschadigde, gescheurde of vervormde
zaagbladen niet gebruiken.
–
Vervang het tafelinzetstuk als het versleten is. Bijslijpen is
niet toegestaan.
–
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbevolen
zaagbladen die aan EN 847-1 voldoen. Waarschuwing!
Let er bij de vervanging van het zaagblad op dat de
zaagbreedte niet kleiner is en de kernbladdikte van het
zaagblad niet groter is dan de dikte van de splijtwig!
–
Let erop dat een zaagblad wordt gekozen dat geschikt is
voor het te zagen materiaal.
–
Draag geschikte persoonlijke beschermingsuitrusting. Dit
houdt in: Gehoorbescherming om het risico op gehoor-
schade te verminderen, adembescherming om het risico
op de inademing van gevaarlijk stof te verlagen.
–
Draag handschoenen bij de omgang met zaagbladen en
ruwe materialen.
–
Draag de zaagbladen in een houder voor zover dat
praktisch mogelijk is.
–
Draag een veiligheidsbril. Tijdens het werk uit het
apparaat wegspringende splinters, spaanders en stof
kunnen oogletsel en verlies van gezichtsvermogen tot
gevolg hebben.
–
Sluit het elektrisch gereedschap bij het zagen van hout
op een stofafzuiging aan. Het vrijkomen van stof wordt
o.a. beïnvloed door de aard van het te bewerken materi-
aal, het belang van de lokale afscheiding (opvangen of
bron) en de juiste instelling van kappen, geleideplaten en
geleidingen.
–
Gebruik geen zaagbladen van hooggelegeerd HSS-staal.
–
Bewaar de schuifstok of het schuifhout altijd in de houder
aan het elektrische gereedschap als zij niet in gebruik zijn.
2
Onderhoud en instandhouding
–
Trek bij alle instellings- en onderhoudswerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
–
De geluidsemissie wordt door verschillende factoren beïn-
vloed, o.a. door de aard em toestand van het zaagblad
en de toestand de toestand van het elektrische ge-
reedschap. Gebruik voor zover mogelijk zaagbladen die
voor een lage geluidsemissie geconstrueerd zijn, verricht
regelmatig onderhoud aan het elektrische gereedschap
en opzetwerktuigen en repareer deze zo nodig om de
geluidsontwikkeling te reduceren.
–
Meld defecten en gebreken van het elektrische ge-
reedschap, beveiligingen en opzetstukken aan de voor
de veiligheid verantwoordelijke persoon zodra deze
gebreken ontdekt zijn.
3
Veilig werken
–
Gebruik de schuifstok of de handgreep met schuifhout om
het wersktuk veilig langs het zaagblad te voeren.
–
Zorg ervoor dat altijd de splijtwig wordt gebruikt en dat
deze correct ingesteld is.
–
Bovenste zaagbladbeschermer gebruiken en correct
instellen.
–
Gebruik alleen zaagbladen waarvan het maximaal
toegelaten toerental niet lager is dan het maximale spilto-
erental van het gebruikte gereedschap e die voor het te
zagen materiaal geschikt zijn.
–
Sponningen of groeven niet uitvoeren zonder dat een -ge-
schikte bescherming, bijv. een tunnelbescherming, boven
de zaagtafel aangebracht is.
–
Cirkelzagen mogen niet worden gebruikt als gleuffrees
(in het werkstuk eindigende groef).
–
Gebruik voor het verplaatsen van het elektrische ge-
reedschap alleen de transportinrichtingen. Gebruik nooit
beveiligingen als draaggreep of voor het transport.
–
Let erop dat tijdens het transport het bovenste deel van
het zaagblad afgedekt is, bijvoorbeeld door de beveili-
gingsinrichting.
–
Let erop dat alleen afstandsschijven en spilringen worden
gebruikt die geschikt zijn voor het door de fabrikant
aangegeven gebruiksdoel.
–
De vloer in de directe omgeving van de machine moet
vlak, schoon en vrij van losse deeltjes zijn, zoals bijv.
spaanders en snijresten.
–
Werkpositie steeds zijdelings van het zaagblad.
–
Geen snijresten of andere werkstukdelen uit de zaagzone
verwijderen zolang de machine loopt en het zaagag-
gregaat zich nog niet in de rustpositie bevindt.
–
Lange werkstukken beveiligen tegen wegkantelen aan het
einde van het zaagproces (bijv. met een afrolkolom of
een rolbok).
–
Let op! Verwijder nooit losse splinters, spaanders of
ingeklemde stukken hout bij roterend zaagblad.
• Om storingen op te heffen of ingeklemde stukken hout te
verwijderen, de machine uitschakelen - trek de stekker uit
het stopcontact.
• Werkvoorbereidingen, instel-, meet- en reinigingswerk-
zaamheden alleen bij uitgeschakelde motor uitvoeren -
trek de stekker uit het stopcontact.
• Controleer voorafgaand aan de inschakeling of de sleu-
tels en instelwerktuigen verwijderd zijn.
Waarschuwing! Dit elektrische gereedschap genereert tijdens
het bedrijf een elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder be-
paalde omstandigheden actieve of passieve medische implan-
taten negatief beïnvloeden. Om het risico op ernstige of dodelijke
letsels te verlagen, adviseren wij personen met medische implan-
taten om hun arts en de fabrikant van het medische implantaat te
raadplegen, voordat zij het elektrische gereedschap bedienen.
Veiligheidsaanwijzingen voor de omgang
met zaagbladen
1
Gebruik gereedschappen en werktuigen alleen, wanneer u
daarmee vertrouwd bent.
2
Neem het maximale toerental in acht. Het op het te gebru-
iken werktuig aangegeven maximale toerental mag niet
worden overschreden. Neem het eventueel aangegeven
toerentalbereik in acht.
NL
23