(A)
HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN
(C)
(B)
9
SYSTEMEN MET ENKELE LEIDING
Er zijn twee oplossingen mogelijk:
• By-pass buiten de pomp (A) (aanbevolen)
Sluit de twee slangen aan op een automatisch
ontgassingstoestel,
pagina 31.
In dat geval mag schroef 7) niet verwijderd
worden (zie diagram op pagina 27):
interne by-pass van pomp is gesloten.
• By-pass in de pomp (B)
Sluit alleen de soepele aanzuigleiding op de
pomp aan.
Verwijder schroef 7), (diagram pagina 13), te
bereiken via de terugloop:
interne by-pass van pomp is open.
Maak de aansluiting van de terugloopleiding
van de pomp dicht.
Deze oplossing is alleen mogelijk met lage on-
derdrukwaarden van de pomp (max. 0.2 bar)
en perfect afgedichte leidingen.
HET LUSCIRCUIT
Een luscircuit bestaat uit een leidinglus die van
het reservoir vertrekt en terug naar het reservoir
gaat en een hulppomp heeft die de brandstof on-
D828
der druk doet circuleren. Een armaansluiting van
de lus voedt de brander. Dit circuit is heel nuttig
wanneer de branderpomp er niet in slaagt
zelfaanzuigend te zijn omdat de afstand tot het
reservoir en/of het hoogteverschil groter zijn dan
de waarden in de tabel.
HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN
De pompen zijn voorzien van een by-pass die
de terugloopleiding aansluit op de aanzuiglei-
ding. De pompen worden op de brander geïn-
stalleerd en de by-pass wordt gesloten met
schroef 7)(B) p. 13.
Het is daarom nodig om beide slangen op de
pomp aan te sluiten.
De pomp zal onmiddellijk defect worden als hij
werkt met gesloten terugloopleiding en met
ingebrachte by-passschroef.
Neem de stoppen uit de aanzuig- en terugloop-
aansluitingen van de pomp.
Steek de slangaansluitingen met de bijgeleverde
afdichtingen in de aansluitingen en schroef ze
D10323
vast.
Let erop dat de slangen tijdens de installatie niet
worden gerokken of gedraaid.
Leid de slangen door de boringen in de plaat, ge-
bruik bij voorkeur die aan de rechterzijde, afb.
(C): schroef de schroeven 1) los, verdeel nu het
inzetstuk in twee 2) en 3) en verwijder het dunne
membraan dat de twee passages afsluit 4). In-
stalleer de slangen op een plek waar er niet kan
op worden getrapt of waar ze niet met de hete
oppervlakken van de ketel in contact komen.
Sluit nu het andere uiteinde van de slangen aan
op de bijgeleverde nippels, gebruik daarvoor
twee sleutels, een om de nippel vast te houden
en de andere om de roterende koppeling op de
slang aan te sluiten.
zie
Accessoires
op