7.2 Het rookgaskanaal
Voor het rookgaskanaal gelden volgende eisen:
• Het rookgaskanaal moet van tevoren geïnspecteerd worden door een specialist.
• Het rookgaskanaal dient geschikt te zijn voor aansluiting van een hout gestookt toestel.
• Het toestel dient te worden aangesloten op een enkel, ongedeeld rookgaskanaal.
• Het rookgaskanaal moet schoon zijn.
• Het rookgaskanaal moet gasdicht zijn.
• De versleping in het rookgaskanaal mag maximaal 1,5 meter bedragen met een minimale hoek van 45
graden vanuit het horizontale vlak.
• Bij achteraansluiting op het toestel mag het horizontale deel van het rookgaskanaal maximaal 500 mm
bedragen. Hierna weer verticaal omhoog.
• Bij gebruik van de achteraansluiting van het toestel op het verticaal rookgaskanaal moet een T-stuk met
roetzak worden toegepast.
• De diameter van het rookgaskanaal moet minimum gelijk zijn aan de diameter van de rookgasafvoer van
het toestel.
• De trek van het rookgaskanaal moet minimum 12 Pascal zijn.
• In een (te) sterk trekkend kanaal dient zo nodig een rookgasklep worden aangebracht of de positie van
de rendementsplaat aan te passen (zie pagina 17)
• Kachelpijpen moeten afwaterend naar het toestel worden geplaatst.
• Het rookgaskanaal dient zelfdragend te zijn en mag niet op het toestel rusten.
OPGELET!
Raadpleeg altijd eerst het installatievoorschrift van de fabrikant voordat u de rookgasafvoer installeert.
7.3 Ombouwen van bovenaansluiting naar achteraansluiting
Het toestel wordt standaard met een bovenaansluiting geleverd. Deze kan eenvoudig naar een
achteraansluiting omgebouwd worden.
• Verwijder de ronde achterplaat uit de mantel (uitbreken d.m.v. heen en weer bewegen).
• Verwijder heel voorzichtig de keerplaat in het toestel.
keerplaat
13