Nuttige tips
Wijn optimaal bewaren
Wijnen blijven zich afhankelijk van de
omgevingsfactoren ontwikkelen. Zo is
naast de temperatuur ook de kwaliteit
van de lucht doorslaggevend voor de
houdbaarheid van de wijn.
Met een constante en op de wijn afge-
stemde temperatuur, een optimale
luchtvochtigheid en een geurvrije omge-
ving heersen in deze wijnklimaatkast de
optimale omstandigheden waaronder
uw wijnen kunnen worden bewaard.
Bovendien is met deze wijnklimaatkast
(in tegenstelling tot een koelkast) een
trillingsvrije omgeving en daarmee een
ongestoord rijpingsproces gegaran-
deerd.
28
De juiste temperatuur
Wijnen kunnen optimaal bij een tempe-
ratuur tussen 6 en 18 °C worden be-
waard. Wilt u witte en rode wijnen naast
elkaar bewaren, kies dan een tempera-
tuur tussen 12 en 14 °C. Deze tempera-
tuur is geschikt voor witte en rode wij-
nen. Rode wijnen moeten minstens
2 uur voor het drinken uit de wijnkli-
maatkast worden gehaald en geopend,
zodat de wijn zuurstof krijgt en zijn aro-
ma kan ontwikkelen.
Bij een te hoge bewaartemperatuur (bo-
ven de 22 °C) rijpen wijnen te snel, zo-
dat aroma's zich niet verder kunnen ont-
wikkelen. Bij een te lage bewaartempe-
ratuur (onder de 5 °C) daarentegen kun-
nen ze niet optimaal rijpen.
Bij warmte zet wijn uit en bij koude trekt
wijn samen. Temperatuurschommelin-
gen zijn niet goed voor wijn en verstoren
het rijpingsproces. Daarom is het heel
belangrijk om ervoor te zorgen dat de
temperatuur in het apparaat vrijwel con-
stant blijft.
De temperatuur is afhankelijk van de
volgende factoren:
- hoe vaak en hoe lang de deur van het
apparaat wordt geopend
- hoeveel wijnflessen er worden be-
waard
- hoe warm de wijnflessen zijn die wor-
den bewaard
- hoe hoog of laag de omgevingstempe-
ratuur van de wijnklimaatkast is.