Inhoudsopgave
Advertenties
12
Onderhoud en afvoer
12.6 Reiniging en desinfectie
Pagina 124
Algemene procedure:
reinig het apparaat altijd voor desinfectie en laat het drogen
1. Neem de oppervlakken van het apparaat, accessoires en kabels af
met een licht bevochtigde (niet natte) doek.
2. Neem te veel reinigingsmiddel/desinfectiemiddel zorgvuldig af.
3. Verwijder vetvlekken en vingerafdrukken met een mild reini-
gingsmiddel of een oplossing met 50% alcohol.
4. Zorg ervoor dat er geen vloeistof in de fittingen, schakelaars of
gaten vloeit. Als dat toch gebeurt:
–
laat de fittingen etc. aan de lucht drogen en voer een functie-
test uit
12.6.2
Reinigen
Interval
Vóór elk gebruik.
Goedgekeurde reinigingsmiddelen
•
50% isopropanol
•
Neutrale milde schoonmaakoplossing
•
Alle producten die ontwikkeld zijn voor het reinigen van kunststof
Niet-toegestane schoonmaakmiddelen
Gebruik geen reinigingsmiddelen met daarin het volgende:
•
Ethylalcohol
•
Aceton
•
Hexaan
•
Schuurpoeder
•
Kunststofoplossende producten
12.6.3
Desinfectie
Interval
Conform de regelgeving van de zorginstelling.
Reinig het apparaat voor desinfectie en laat het drogen.
Goedgekeurde desinfectiemiddelen
•
Isopropanol (50%)
•
Propanol (35%)
•
Aldehyde (2-4%)
•
Ethanol (50%)
•
Alle producten die geschikt zijn voor kwetsbare oppervlakken, zo-
als:
–
Bacillol® 30-schuim/Bacillol® 30-doekjes
–
Mikrozid® AF
(Zie paragraaf 12.3, p.
CARDIOVIT FT-2
118.)
Advertenties
Inhoudsopgave
