1
Veiligheidsopmerkingen
1.7
Veiligheidsvoorzieningen
Pagina 12
Gevaar van onjuiste behandeling als gevolg van verwisselde pati-
ënten en/of gegevens:
–
Controleer patiëntgegevens gegevens altijd kruiselings en
zorgvuldig.
–
Gebruik voor de bezoek-ID alleen een uniek nummer dat is af-
gegeven door uw zorginstelling; gebruik geen algemene gege-
vens zoals de naam van de afdeling of arts.
Apparatuurschade als gevolg van defibrillatie. Het apparaat
(type CF) is alleen bij defibrillatie beschermd wanneer de origine-
le SCHILLER-patiëntenkabel wordt gebruikt:
–
verwijder de elektroden, indien mogelijk, voorafgaand aan de-
fibrillatie.
Apparatuurschade als gevolg van gemorste vloeistof:
–
plaats nooit vloeistoffen boven op het apparaat.
–
Als er vloeistof op het apparaat wordt gemorst, haalt u direct
de stekker van het apparaat uit het stopcontact en neemt u het
af. Voordat u het apparaat weer gebruikt, moet u het, indien
nodig, eerst laten testen en repareren.
1.7
Veiligheidsvoorzieningen
Gevaar voor letsel voor de patiënt of gebruiker wanneer het ap-
paraat wordt gebruikt met kapotte kabels:
–
gebruik het apparaat niet als u vermoedt dat de beschermende
aardverbinding beschadigd is of als u ziet of vermoedt dat de
voedingskabel, het voedingsapparaat of het apparaat bescha-
digd is.
–
Alleen aansluiten op een geaard stopcontact.
–
Vervang beschadigde kabelaansluitingen en connectoren on-
middellijk.
–
Breng geen aanpassingen aan elektrische veiligheidsappara-
tuur, zoals zekeringen, aan.
Gevaar voor letsel bij de patiënt of gebruiker als gevolg van een
elektrische schok:
–
raak de stroombron niet aan als het onweert;
–
raak de stekker niet aan als uw handen vochtig/nat zijn.
Schade aan de kabel als gevolg van mechanische belasting:
–
trek aan de stekker en niet aan de kabel bij het loskoppelen
van een kabel;
–
leg de kabel zodanig dat mensen er niet over kunnen struike-
len of dat de kabel wordt overreden door, bijvoorbeeld, de
trolley.
CARDIOVIT FT-2