CARDIOVIT FT-2
Gebruikershandleiding
11.2
Instellingen beheren
11.2.1
Instellingen opslaan
Gewijzigde instellingen worden automatisch opgeslagen. Uitzonde-
ring: Ethernet- en WLAN-instellingen moeten worden opgeslagen
door op
Toepassen
11.2.2
Instellingen importeren/exporteren
Instellingen kunnen worden geïmporteerd en geëxporteerd. Deze
functie wordt gebruikt als verschillende apparaten in een praktijk/af-
deling dezelfde instellingen moeten hebben.
Wachtwoorden en gebruikers voor toegangscontrolemodus
worden niet geëxporteerd of geïmporteerd:
–
voer de wachtwoorden in nadat de instellingen zijn geïmpor-
teerd
–
Lokale gebruikers opnieuw definiëren
Instellingen importeren
1. Tik op het symbool
2. Selecteer met het pijlpictogram de USB-stick met het bestand dat
moet worden geïmporteerd.
3. Selecteer het bestand dat moet worden geïmporteerd:
instellingenbestand.
4. Tik op
Instellingen
Bestaande instellingen worden overschreven
•
Informeer alle gebruikers dat de eerdere instellingen misschien
niet langer geldig zijn.
•
Instrueer alle gebruikers dat ze zich vertrouwd maken met de
nieuwe instellingen.
Instellingen exporteren
1. Tik op het symbool
2. Selecteer de USB-stick met het pijlpictogram.
3. Voer de bestandsnaam in.
4. Tik op
Instellingen
11.2.3
Het auditlogboek exporteren
In het auditlogboek staan apparaatspecifieke gegevens zonder pati-
ëntgegevens voor onderhoudsdoeleinden.
Instellingen beheren 11.2
te tikken.
Instellingen
importeren/exporteren.
importeren.
Instellingen
importeren/exporteren.
exporteren.
Instellingen
11
Lokaal
Selecteer
Pagina 101