Inhoudsopgave
Advertenties
1.
Selecteer [Papierinvoer]
2.
Selecteer [Papierformaat: (ladenaam)]
3.
Selecteer [Ang.fr]
4.
Druk op de cijfertoetsen om de horizontale waarde in te voeren Druk op [OK]
5.
Druk op de cijfertoetsen om de verticale waarde in te voeren druk op [OK]
• Voor meer informatie over het beschikbare papierformaat, zie Pag. 28 "Specificaties
papierformaat".
Een papiertype specificeren
U kunt de prestaties van de printer verbeteren door de optimale papiersoort te selecteren voor de lade.
Druk op de [Menu]-knop en selecteer de instellingen met de toetsen [ ] of [ ].
1.
Selecteer [Papierinvoer]
2.
Selecteer [Papiertype: (ladenaam)]
3.
Selecteer het type papier dat in de opgegeven lade ligt
Deze instelling is volledig als de volgende soorten papier ingesteld zijn:
Dun papier, Medium dik, Dik papier 1, Dik papier 2, Dik papier 3, Dik papier 4, Speciaal papier
1, Speciaal papier 2, Speciaal papier 3, Gerecycled papier, Voorbedrukt papier, OHP
(Transparant)
4.
Wanneer u [Geen weergave (Norm. pap.)], [Briefpapier], [Gecoat papier (Glnz)],
[Gecoat papier(Glnz:Dik)], [Gecoat papier (Mat)], [Gecoat papier(Mat:Dik)],
[Waterproof papier], [Etikettenpapier] of [Envelop] heeft geselecteerd voor het
papiertype, drukt u op [Escape]
5.
Selecteer [Onderhoud]
6.
Selecteer [Algemene instellingen]
7.
Selecteer de papierdikte-instellingen voor het opgegeven papiertype
8.
Selecteer de lade waarin het opgegeven papier zit
Als u [Instelling Briefhoofd], [Instelling Etiketten] of [Instelling Envelop] geselecteerd heeft in stap 8,
kunt u de papierdikte voor iedere lade afzonderlijk instellen. Voor andere papiertypes wordt de
opgegeven papierdikte gebruikt voor alle lades.
9.
Selecteer de papierdikte
• Voor meer informatie over beschikbare papiertypes, zie Pag. 31 "Specificaties papiertype".
Druk op [OK]
Druk op [OK]
Druk op [OK]
Druk op [OK]
Druk op [OK]
Druk op [OK]
Druk op [OK]
Druk op [OK]
Druk op [OK]
Druk op [OK]
[OK]
Papierinstellingen
49
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
