®
ABITIG
MT
1
1
Retour slang
Afb. 3
Ontlucht bij iedere eerste ingebruikname en na iedere wissel van het slangenpakket het gehele
koelsysteem als volgt:
1 De retour slang (1) aan het omloopkoelaggregaat (2) losmaken en boven een opvangbak
houden.
2 Retour slang (1) handmatig met interval abrupt openen en afsluiten tot de koelvloeistof
permanent in de opvangbak stroomt, zonder luchtbellen.
3 Het omloopkoelaggregaat (2) uitschakelen en de retour slang (1) weer aansluiten.
7 Gebruik
GEVAAR
Ademnood en vergiftiging door inademing van fosgeen
Tijdens het lassen van werkstukken die met chloorhoudende oplosmiddelen zijn ontvet,
ontstaat fosgeen.
• Adem geen rook of dampen in.
• Zorg voor voldoende frisse lucht.
• Spoel werkstukken voorafgaand aan de laswerkzaamheden af met schoon water.
• Plaats geen chloorhoudende ontvettingsbaden in de nabijheid van de laslocatie.
GEVAAR
Gevaar van brandwonden
Bij laswerkzaamheden kan vlamvorming optreden door rondspattende vonken, gloeiende
werkstukken of hete slak.
• Controleer het gebied rond de werkplek op brandhaarden.
• Voorzie geschikte brandblusapparatuur op de werkplek.
• Laat de werkstukken na afronding van de laswerkzaamheden afkoelen.
• Bevestig voorafgaand aan de laswerkzaamheden de aardingsklem op de juiste wijze
aan het werkstuk of de lastafel.
Koelvloeistof aansluiten
2
2
Omloopkoelaggregaat
7 Gebruik
NL - 13