PROGRAMMERING
Functie van de programmeringstoetsen
Inwerkingstelling
Als de elektrische aansluitingen zijn uitgevoerd, kan de automatisering in werking worden gesteld. Dit mag uitsluitend door ervaren en bevoegd personeel
worden gedaan.
Controleer of er zich geen obstakels binnen het bewegingsgebied bevinden.
Schakel de stroomtoevoer in en begin met programmeren.
Start de programmering met de functie F54 (openingsrichting).
Nadat de stroom naar de installatie is ingeschakeld, is de eerste beweging altijd openen; wacht tot de beweging voltooid is.
Druk onmiddellijk op de toets ESC of de stopknop als er zich afwijkingen of storingen voordoen, als er sprake is van harde geluiden of verdachte trillingen of als
de installatie onverwacht beweegt.
Voer de baanafstelling uit als de drie segmenten op het display knipperen.
Functiemenu
Totale stop
Stopt het hek en deactiveert de eventuele automatische sluiting. Gebruik een bediening om de beweging te hervatten.
F1
Ingang CX
Koppelt een functie aan de ingang CX.
F2
1
Toets ESC
Met de ESC-toets kunt u de hierna beschreven verrichtingen uitvoeren.
Verlaat u de menu's
Annuleert u wijzigingen
Keert u terug naar het vorige scherm
De automatisering stoppen
2
Toetsen < >
Met de toetsen < > kunt u de hierna beschreven verrichtingen uitvoeren.
Kunt u door de menu-items navigeren
Stelt u een hogere of lagere waarde in
De automatisering sluiten of openen
Toets ENTER
3
Met de ENTER-toets kunt u de hierna beschreven verrichtingen uitvoeren.
Krijgt u toegang tot de menu's
Bevestigt u de keuze
OFF (default)
ON
OFF (default)
C1 = Weer openen tijdens het sluiten (fotocellen)
C2 = Weer sluiten tijdens het openen (fotocellen)
C3 = Gedeeltelijke stop
Alleen met [F19 - Autom. sluiting] actief.
C4 = Wachten voor obstakel (fotocellen)
C7 = Weer openen tijdens het sluiten (veiligheidslijsten)
C8 = Weer sluiten tijdens het openen (veiligheidslijsten)