Signaleringsapparatuur
1
Extra lamp
Voor een betere verlichting van de bewegingsruimte.
2
Knipperlicht
Knippert tijdens het openen en sluiten van de automatisering.
3
Lampje automatiseringsstatus
Geef de status van de automatisering aan.
1
Veiligheidsapparatuur
Sluit de veiligheidsuitrustingen aan de ingangen CX, CY en/of CZ aan (NC-contacten).
Configureer tijdens de programmering het type actie dat moet worden uitgevoerd door het aan de ingang aangesloten apparaat.
Als de contacten CX en/of CY niet worden gebruikt, moeten ze tijdens de programmering worden gedeactiveerd.
Fotocellen DELTA
Standaardaansluiting
1
1
2
2
+
-
10
11 NO C NC
RX
3P
3P
7
7
10 TS 2 CX CY
FC
FC
FA F F
FA
+
-
10
11
TX
10 11 E
5
2
Fotocellen DELTA
Aansluiting met veiligheidstest
Zie functie [F5] veiligheidstest.
+
-
10
11 NO C NC
RX
3
1
1
2
2
3P
3P
7
7
10 TS 2 CX CY
FC
FC
+
10
FA F F
FA
-
11
TX