Inhoudsopgave
Advertenties
Maak regelmatig back-ups van de cyclusrapporten om er
n
zeker van te zijn dat u een kopie hebt in het geval van
cyberbeveiligingsgebeurtenissen of -incidenten.
Open de webserverfunctionaliteit van het apparaat niet via
n
links in e-mails.
Zorg ervoor dat de e-mailserviceprovider een spamfilter
n
heeft.
2) Apparaatbeschermingsfuncties voor cyberbeveiliging
Het hulpmiddel is zodanig ontworpen dat een cyberaanval of
softwarestoring de veiligheid met betrekking tot het beoogde
gebruik niet in gevaar brengt. Een geslaagde cyberaanval kan niet
leiden tot directe schade voor de patiënt: het hulpmiddel komt
immers niet in contact met patiënten.
Het hulpmiddel deelt geen (gevoelige en niet-gevoelige) gegevens
over patiënten.
Om het hulpmiddel verder te beschermen en succesvolle
cyberaanvallen tot een minimum te beperken, werden de volgende
voorzorgsmaatregelen genomen:
toegang tot het besturingssysteem van het hulpmiddel is niet
n
mogelijk (gebruikerstoegang tot het besturingssysteem is
uitgeschakeld);
op het hulpmiddel is een firewall actief; alle
n
netwerkverbindingen van het hulpmiddel (van en naar de
buitenwereld) worden beheerd door de firewall, die ze volgens
specifieke regels filtert en alles blokkeert wat niet strikt
noodzakelijk is voor het hulpmiddel;
update-/installatie-operaties zijn alleen mogelijk met door
n
W&H geleverde ondertekende en gecodeerde software;
Lisa MINI | Gebruiksaanwijzing | RIS-305 Med ANL Rev01 | 01/03/2024 | © W&H Sterilization Srl
tijdens het normale gebruik bevinden het besturingssysteem
n
en de toepassing (verantwoordelijk voor de functies van het
hulpmiddel) zich in een alleen-lezen geheugen, om opzettelijke
corruptie te voorkomen;
alle cyclusgegevens worden beveiligd door middel van
n
checksumcontroles.
3) Cyclusgegevensopslag
Het hulpmiddel slaat cyclusgegevens op de USB-stick op. Elk
bestand bevat een controlecode waarmee de integriteit van het
bestand kan worden gecontroleerd.
4) Beveiligde communicatie in de cloud
Een beveiligde communicatie (met authenticatie en autorisatie) kan
tot stand worden gebracht tussen het hulpmiddel en de cloudserver
voor de volgende functionaliteiten:
software-update op afstand;
n
instellingsbeheer;
n
apparaatmonitoring;
n
gegevensverzameling voor de cyclus.
n
De gebruiker en geautoriseerde technici kunnen communiceren met
de cloudserver via een algemeen apparaat (bv. pc, tablet,
smartphone) met een webbrowser en de juiste autorisatie en
authenticatie.
5) Infrastructuurvereisten
Om de kans op cyberaanvallen zo klein mogelijk te maken, is het de
verantwoordelijkheid van de gebruiker om de volgende maatregelen
toe te passen:
software-updates/-installaties mogen alleen door bevoegd en
n
opgeleid personeel worden uitgevoerd;
Veiligheidsinformatie
13
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
