Montage
16
4.
Koppelbus [1] op de as van de afsluiter [2] plaatsen en met madeschroef [3]
resp. schotelveerring en bout met veerring [4] borgen tegen axiaal verschuiven.
Daarbij maten X, Y resp. L aanhouden (zie afbeelding en tabel <Montageposities
koppelbus>).
Afbeelding 8: Voorbeelden: koppelbus plaatsen
[1]
Koppelbus
[2]
As van de afsluiter
[3]
Draadstift met binnenzeskant
[4]
Schotelveerring en bout met veerring
Afbeelding 9: Montageposities koppelbus
Tabel 3:
Montagepositie van de koppelbus met inbouwmaten conform de definitie van AUMA
Maten [mm]
Q80
EN ISO 5211
F05
F07
X max.
3
3
Y max.
2
2
1)
1)
L max.
38
/40
38
1)
Schroefdraad met madeschroef
5.
Vertanding op de koppelbus goed invetten met een zuurvrij vet (bijv. Gleitmo
van fa. Fuchs).
Q150
F10
F05
F07
3
3
3
2
2
2
1)
1)
/40
38
/40
38
/40
38
PF-Q80X – PF-Q600X
Q300
F10
F07
F10
3
4,5
4,5
2
4,5
4,5
1)
1)
/40
38
/40
50
50
Q600
F07
F10
4,5
4,5
4,5
4,5
50
50