Montage
5.
Montage
5.1.
Montagepositie
5.2.
Hendel op het handwiel monteren
5.3.
Aandrijving op afsluiter monteren
5.3.1.
Overzicht koppelbusvarianten
Montage
Toepassing
14
Het hier beschreven product kan zonder beperkingen in iedere montagepositie
worden toegepast.
Teneinde beschadigingen tijdens het transport te voorkomen, wordt de hendel op
de achterzijde van het handwiel gemonteerd.
Vóór het in bedrijf stellen de hendel in de juiste positie monteren:
1.
Dopmoer [1] losdraaien en hendel [2] lostrekken.
2.
Hendel [2] in de juiste positie weer plaatsen en met dopmoer [1] vastschroeven.
De montage van de aandrijving op de afsluiter wordt via een koppelbus uitgevoerd.
Corrosie door beschadiging verflaag en vorming van condenswater!
Na werkzaamheden aan het toestel eventuele lakbeschadigingen herstellen.
Na montage het apparaat meteen elektrisch aansluiten, zodat de vorming van
condenswater door de stand-by stroom wordt verminderd.
Afbeelding 7: Koppelbusvarianten
[1]
Boorgat met spiebaan
[2]
Binnenvierkant
[3]
DD
Voor afsluiters met aansluitingen conform EN ISO 5211
Voor draaiende, niet stijgende spindel
PF-Q80X – PF-Q600X