De flitser, [D.-bereikopt.] en [Auto HDR] kunnen niet worden gebruikt.
Hint
U kunt het automatisch ingestelde bereik van de ISO-gevoeligheid veranderen met de
instelling [ISO AUTO]. Selecteer [ISO AUTO] en druk op de rechterknop, en stel daarna de
gewenste waarden in voor [ISO AUTO maximum] en [ISO AUTO minimum]. De instellingen
[ISO AUTO maximum] en [ISO AUTO minimum] worden ook toegepast bij het opnemen in
de functie [ISO AUTO] onder [NR Multi Frame].
[91] Hoe te gebruiken
corrigeren
D.-bereikopt. (DRO)
Door het beeld onder te verdelen in kleine gebieden, analyseert het apparaat het contrast van
licht en schaduw tussen het onderwerp en de achtergrond, en creëert een beeld met de
optimale helderheid en gradatie.
1. MENU →
2. Selecteer de gewenste instelling met de linker-/rechterkant van het besturingswiel.
Menu-onderdelen
Dynamische-bereikopt.: auto (standaardinstelling):
Corrigeert automatisch de helderheid.
Dynamische-bereikopt.: 1 ― Dynamische-bereikopt.: 5:
Optimaliseert de gradatie van een opgenomen beeld voor elk gebied. Selecteer het
optimalisatieniveau tussen Lv1 (zwak) en Lv5 (krachtig).
Opmerking
[DRO/Auto HDR] ligt vast op [Uit] wanneer de opnamefunctie is ingesteld op [Panorama d.
beweg.], of wanneer [NR Multi Frame] of [Foto-effect] wordt gebruikt.
[DRO/Auto HDR] ligt vast op [Uit] wanneer [Zonsondergang], [Nachtscène], [Nachtportret],
[Schemeropn. hand] of [Antibewegingswaas] is geselecteerd voor [Scènekeuze]. De
instelling ligt vast op [Dynamische-bereikopt.: auto] wanneer andere functies zijn
geselecteerd bij [Scènekeuze].
Tijdens opnemen met [D.-bereikopt.] kan ruis voorkomen in het beeld. Selecteer het juiste
niveau door het opgenomen beeld te controleren, vooral wanneer u het effect sterker maakt.
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [DRO/Auto HDR] → [D.-bereikopt.].
De helderheid of het contrast