Gemiddeld:
Stelt het reliëfniveau in op gemiddeld.
Laag:
Stelt het reliëfniveau in op laag.
Uit (standaardinstelling):
Maakt geen gebruik van de reliëffunctie.
Opmerking
Aangezien het apparaat oordeelt dat scherpe delen scherpgesteld zijn, verschilt
[Reliëfniveau] afhankelijk van het onderwerp en de opnameomstandigheden.
De contouren van scherpgestelde bereiken worden niet benadrukt wanneer het apparaat is
aangesloten met behulp van een HDMI-kabel.
[56] Hoe te gebruiken
Reliëfkleur
Stelt bij opnemen met handmatige scherpstelling of met directe handmatige scherpstelling de
kleur in die wordt gebruikt voor de reliëffunctie.
1. MENU →
Menu-onderdelen
Rood:
Reliëf versterkt in rood.
Geel:
Reliëf versterkt in geel.
Wit (standaardinstelling):
Reliëf versterkt in wit.
[57] Hoe te gebruiken
AF-vergrendeling
Stelt de functie in voor het volgen van het onderwerp om het scherpgesteld te houden.
De opnamefuncties gebruiken
(Eigen instellingen) → [Reliëfkleur] → gewenste instelling.
De opnamefuncties gebruiken
Scherpstellen
Scherpstellen