2. Druk op
(Creatief met foto's) op het besturingswiel.
3. Selecteer het onderdeel dat u wilt veranderen met het besturingswiel.
(Achterg. onsch.):
Hiermee kunt u de wazigheid van de achtergrond instellen.
(Helderheid):
Stelt de helderheid in.
(Kleur):
Stelt de kleur in.
(Levendigheid):
Stelt de levendigheid in.
(Foto-effect):
U kunt een gewenst effect selecteren en beelden opnemen met de specifieke textuur.
4. Selecteer de gewenste instellingen.
U kunt sommige instellingen tezamen gebruiken door de stappen 3 en 4 te herhalen.
Om de veranderde instellingen terug te stellen op de standaardinstellingen, drukt u op
de
(wis-)knop.
(Levendigheid) zijn ingesteld op [AUTO], en
5. Om stilstaande beelden op te nemen: Druk op de ontspanknop.
Om bewegende beelden op te nemen: Druk op de knop MOVIE om te beginnen met
opnemen.
Opmerking
Wanneer u bewegende beelden opneemt met de functie [Creatief met foto's], kunt u geen
instellingen veranderen tijdens het opnemen.
Als u de opnamefunctie omschakelt naar de functie [Slim automatisch] of de functie
[Superieur automat.], of het apparaat uitschakelt, keren de instellingen die u hebt veranderd
terug naar de standaardinstellingen.
Wanneer de opnamefunctie is ingesteld op [Superieur automat.], en u [Creatief met foto's]
gebruikt, voert het apparaat het overlay-proces van de beelden niet uit.
[114] Hoe te gebruiken
apparaat instellen
Lach-/Gezichtsherk.
(Achterg. onsch.),
De opnamefuncties gebruiken
(Helderheid),
(Kleur) en
(Foto-effect) is ingesteld op
De overige functies van dit
.