Modus 2
Modus 3
Modus 4
(
modus
●
Dit item kan niet worden ingesteld als <Mod. strpjesc. aanp.> is ingesteld instelt op een waarde tussen
<Modus 1> en <Modus 4>.
●
Als u <Modus 3> of <Modus 4> selecteert, wordt de afdruksnelheid lager.
●
Als het verbeterende effect is toegenomen, wordt de afdrukdichtheid lichter. Bovendien kunnen de randen
vaag worden of kan reliëf iets meer nadruk krijgen.
Sec overdracht aanp.
Als u het apparaat gebruikt in een omgeving met hoge luchtvochtigheid, kan de tonerdichtheid verminderen of
ongelijkmatig worden. In dat geval kunt u het probleem mogelijk verhelpen door hier de optie <Aan> in te stellen.
Uit
Aan
(
<Aan>
●
Als u <Aan> selecteert en het apparaat in een omgeving met lage luchtvochtigheid gebruikt, kunnen de
afgedrukte afbeeldingen of tekst vlekken gaan vertonen.
Kreukcorrectie
Als de afdrukken kreukelen, stelt u dit item in op <Aan>.
Uit
Aan
Overzicht van menuopties
)
<Gebruikersonderhoud>
Mod. strpjesc. aanp.(P. 417)
)
<Gebruikersonderhoud>
<Spec. afdrukmodus A>
<Sec overdracht aanp.>
413
Selecteer de
<Uit> of