2
Selecteer <Instellingen IP-adr.>, en druk op
3
Geef het IP-adres, het subnetmasker en het gateway-adres (of de standaardgateway).
●
Selecteer het item dat u wilt instellen en druk op
Adressen invoeren
●
Gebruik
gebruik het numerieke toetsenblok om de waarde te verhogen / verlagen.
Als u niet zeker weet welk IP-adres u moet invoeren
●
Het IP-adres kan worden bepaald uit de routerinstellingen van het netwerk.
vaststellen dat aan het apparaat wordt toegewezen(P. 188)
5
Verricht een harde reset.
➠
De instellingen worden ingeschakeld nadat een harde reset is verricht.
Controleren of de instellingen juist zijn
●
Controleer of het scherm van de externe UI kan worden weergegeven met uw computer.
afstand starten(P. 335)
Als u het IP-adres hebt gewijzigd na de installatie van het printerstuurprogramma
●
U moet de te gebruiken poort nogmaals specificeren. Voor meer informatie raadpleegt u de beschrijving van
de procedure voor het veranderen van de standaard TCP/IP poort in de handleidingen voor de relevante
stuurprogramma´s op de website voor de handleidingen.
Het IP-adres vaststellen dat aan het apparaat wordt toegewezen
Als u een vast IP-adres voor het apparaat wilt gebruiken, ziet u hieronder hoe u het IP-adres kunt bepalen.
◼
Het IP-adres bepalen
Een IP-adres bestaat uit vier getallen die zijn gescheiden door een punt (.) (voorbeeld: 192.168.1.45). Ieder getal
moet in het bereik 0 tot 255 liggen. Over het algemeen moeten de eerste drie getallen gelijk zijn aan die voor de
router, omdat dit algemene getallen zijn die gelden voor het hele netwerk. Specificeer het laatste getal
(bijvoorbeeld 45 in 192.168.1.45) dat per apparaat verschilt.
/
om naar het doelveld te gaan (een door punten gescheiden invoergedeelte), en
Een harde reset verrichten(P. 458)
Netwerk
.
, voer een adres in en druk op
188
.
Het IP-adres
De UI op